2 De tijd van Grieken en Romeinen - 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat

h2 les 1
Grieken en Romeinen
2
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
1- Wetenschap en politiek in de Griekse Stadstaat
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

h2 les 1
Grieken en Romeinen
2
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
1- Wetenschap en politiek in de Griekse Stadstaat

Slide 1 - Tekstslide

h2 les 1
Welkom
Tijd van jagers en boeren tot 3000 v.C.
Lees blz. 15 'culturele ontwikkelingen'.
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

h2 les 1
Herhalen
Tijd van jagers en boeren tot 3000 v.C.
Maak met een beeldelement duidelijk bij welke ontwikkelingsfase van het spijkerschrift dit beeld past (begin/later)?

Slide 3 - Tekstslide

h2 les 1
Herhalen
Tijd van jagers en boeren tot 3000 v.C.
Het verhaal van Gilgamesj
In 1850 vonden archeologen in Irak kleitabletten met teksten in spijkerschrift over de avonturen van Gilgamesh, koning van Uruk omstreeks 2600 v.C. In het epos (heldendicht) doodt de held onder meer een stier en een leeuw. Op zoek naar het eeuwige leven maakt hij met een veerman een bootreis naar het dodenrijk. Daar hoort Gilgamesj dat de god van de aarde ooit een watervloed over de wereld had laten komen. Alle mensen waren verdronken, op één uitverkoren man en zijn gezin na. Hun nakomelingen hadden de Soemerische steden gesticht.
De verhalen over Gilgamesj werden eeuwenlang in het hele Midden-Oosten verteld, afgebeeld en later ook opgeschreven.


A. Noem twee elementen uit het verhaal van Gilgamesj die in latere literaire werken, zoals Bijbelverhalen of Griekse heldenverhalen zijn overgenomen.

B. Het zondvloedverhaal heeft mogelijk een historische achtergrond. Leg dit uit.

Slide 4 - Tekstslide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
In deze paragraaf leer je:

  • hoe de klassieke cultuur van de Griekse stadstaten tot ontwikkeling kwam 
  • hoe Grieken dachten over burgerschap en politiek 
  • hoe het Griekse wetenschappelijk denken ontstond

Slide 5 - Tekstslide

h2 les 1
De cultuur van de Griekse stadstaten
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
Met de uitvinding van het schrift begon de oudheid of de tijd van Grieken en Romeinen: tweede tijdvak (3000 v.C.-500 n.C.).

De Grieken
  • leefden in een landbouwstedelijke samenleving met onafhankelijke stadstaten
  • hadden een bloeiende economie, daardoor snelle bevolkingsgroei
  • vertrokken per schip en stichtten langs Middellandse Zeekust koloniën. Door deze kolonisatie groeit de handel en welvaart.

hoe kwam de klassieke cultuur van de Griekse stadstaten tot ontwikkeling?

Slide 6 - Tekstslide

h2 les 1
De cultuur van de Griekse stadstaten
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
De Griekse cultuur bloeit vanaf 5e eeuw v.C. Deze cultuur en de Grieks-Romeinse zijn klassiek: zo goed dat het wordt nagedaan. Dat gold voor de gedachten en de vormentaal: stijl, gebruikte vormen.

Het dak van het Parthenon (Athene) rustte op zuilen: stenen palen. De Grieken maakten als eersten beelden van mensen in natuurlijke houding met levendige gezichten.

hoe kwam de klassieke cultuur van de Griekse stadstaten tot ontwikkeling?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

h2 les 1
Controleren
Tijd van jagers en boeren tot 3000 v.C.
  • Noem twee elementen van de vormentaal van de klassieke Griekse tempelbouwkunst.

  • Noem twee elementen van de vormentaal van de klassieke Griekse beeldhouwkunst.

Slide 18 - Tekstslide

h2 les 1
De cultuur van de Griekse stadstaten
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
De antieke Grieken voelden zich met elkaar verbonden tegenover barbaren.

De Griekse stadstaten voerden vaak onderling oorlog tot ze in 338 v.C. in één rijk kwamen. Ze werden toen onderworpen door het koninkrijk Macedonië.

Alexander de Grote verspreidde de Griekse cultuur over een groot gebied. Na zijn dood heerste een Griekse elite over de inheemse bevolking in West-Azië en Egypte.

De vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur is een kenmerkend aspect van de tijd van de Grieken en Romeinen.



hoe kwam de klassieke cultuur van de Griekse stadstaten tot ontwikkeling?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

The name Marathon comes from the legend of Pheidippides, a Greek messenger. The legend states that he was sent from the battlefield of Marathon to Athens to announce that the Persians had been defeated in the Battle of Marathon (in which he had just fought), which took place in August or September, 490 BC.

Slide 22 - Tekstslide

h2 les 1
Burgerschap en politiek
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
De politiek van de Griekse stadstaten ontwikkelde zich:
 
  • het bestond in het begin uit een erfelijke koning, een monarchie of uit edelen uit adellijke families, deze bestuursvorm heet aristocratie
  • later maakten naast de edelen ook rijke handelaren deel uit van het bestuur, een oligarchie: regering van een kleine groep
  • soms veroverde één edelman op onwettige manier alle macht, er ontstond een tirannie.




Hoe dachten Grieken dachten over burgerschap en politiek?

Slide 23 - Tekstslide

h2 les 1
Burgerschap en politiek
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
  • In Athene werd in 507 v.C. de laatste tiran de stad uit gejaagd. Het werd een democratie, zelfs een directe democratie:

  • burgers kozen geen volksvertegenwoordigers, maar mochten zelf stemmen en spreken in de volksvergadering, alleen autochtone vrije mannen hadden het burgerschap

Denkers als Plato en Aristoteles noemden ook nadelen van de democratie.




De Pnyx is een heuvel in Athene, die ten westen naast de Akropolis ligt en in de archaïsche periode een rol heeft gespeeld in de politiek van het oude Athene. 
Hoe dachten Grieken dachten over burgerschap en politiek?

Slide 24 - Tekstslide

Ostracisme of schervengericht (Grieks: έξω-οστρακισμός; exo-ostrakismos) was in de Atheense democratie een stemprocedure in de Ekklèsia (Volksvergadering) om politieke leiders (generaals) die men te machtig vond voor tien jaar te verbannen. Men probeerde zo waarschijnlijk al te grote tegenstellingen binnen de politieke gemeenschap (polis) te overbruggen.
De procedure werkte als volgt: als de burgers in de Volksvergadering besloten dat er een ostracisme moest worden gehouden, kon iedere burger op een bepaalde dag in de Agora de naam van een door hem gewraakte politiek leider op een stuk gebroken aardewerk (vandaar de naam, ostrakon = scherf) schrijven. Als de scherven waren beschreven, werd de persoon wiens naam het meest werd genoemd voor tien jaar verbannen uit de stad, met behoud van bezittingen en burgerrechten. Rond 415 v.Chr. raakte de procedure in onbruik.

Slide 25 - Tekstslide

Een kleroterion, een apparaat waarmee via loting werd bepaald welke Atheense burgers mochten deelnemen aan de juryrechtbanken.

Slide 26 - Tekstslide

h2 les 1
Controleren
Tijd van jagers en boeren tot 3000 v.C.
Bron 18 De Atheense staatsman Pericles zei in 431 v.C.:
Wij hebben een staatsvorm die niet een nabootsing is van de instellingen van onze buren. Eerder zijn we zelf een voorbeeld voor anderen dan dat we hen navolgen.
En aangezien het bestuur niet in handen is van een kleine groep, maar van het gehele volk, heet onze staatsvorm democratie. In privéconflicten garanderen onze wetten aan iedereen gelijk recht. En wat betreft de reputatie die iemand op enig gebied bezit: niet op grond van de klasse waartoe hij behoort staat hij in ere bij de gemeenschap, maar op grond van zijn kwaliteiten. En wanneer iemand arm is en hij kan de staat van nut zijn, dan vormt de nederigheid van zijn positie daarvoor geen belemmering. (…) Wij zijn de enigen die iemand die zich niet met politiek bemoeit, niet beschouwen als een rustig burger, maar als een nutteloze figuur.
Naar: Thucydides, De Peloponnesische Oorlog, omstreeks 410 v.C.
Leg met een bronelement uit of de Atheense bestuursvorm tijdens Pericles typerend was voor de tijd van Grieken en Romeinen.

Slide 27 - Tekstslide

h2 les 1
Wetenschappelijk denken
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
Grieken geloofden dat hun goden menselijke eigenschappen hadden. Griekse filosofen kregen misschien het idee dat goden door mensen verzonnen waren.

De Grieken maakten wetenschap los van de praktijk. Ze gingen nadenken over abstracte begrippen en zochten naar wetmatigheden.

De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat is een kenmerkend aspect van de tijd van de Grieken en Romeinen.




De Agora van Athene (Grieks: Αρχαία Αγορά της Αθήνας) vormde in de oudheid, net zoals de agora’s in andere Griekse steden, het centrum (letterlijk ‘verzamelplaats’) van de stad. Hier lagen de belangrijkste gebouwen voor bestuur en rechtspraak, en er vonden markten en religieuze feesten plaats.
De dood van Socrates, door Jacques-Louis David olieverf op doek, Metropolitan Museum of Art, New York
hoe ontstond het Griekse wetenschappelijk denken?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
In deze paragraaf leer je:

  • hoe de klassieke cultuur van de Griekse stadstaten tot ontwikkeling kwam 
  • hoe Grieken dachten over burgerschap en politiek 
  • hoe het Griekse wetenschappelijk denken ontstond

Slide 30 - Tekstslide

h2 les 1
Huiswerk
Tijd van jagers en boeren tot 3000 v.C.
Bron 3 De Griekse historicus Thucydides schreef over zijn onderzoek (omstreeks 425 v.C.):
Ik geef enkel de feiten waarvan ik zelf de getuige was.
De feiten die ik van anderen vernam, geef ik slechts, na ze zo nauwkeurig mogelijk punt voor punt onderzocht te hebben. Hierin kan ik echter slechts met moeite een resultaat bereiken, daar de getuigen niet steeds eensluidend spraken omtrent dezelfde gebeurtenis, maar zich door sympathie voor een der partijen lieten leiden ofwel te veel op hun eigen geheugen steunen.

Uit: J. Demey e.a., Geschiedenis in documenten, Amsterdam, 1971.
Verdiepingsopdracht 12 par 2.1

Thucydides wordt de ‘vader van de wetenschappelijke geschiedschrijving’ genoemd.
Leg uit dat:
– zijn manier van onderzoek doen past bij het wetenschappelijk denken van de Grieken en
– de benaming voor hem toepasselijk is.

Slide 31 - Tekstslide