Een voorwerp verandert van bewegingstoestand als het voorwerp
- versnelt,
- vertraagt of
- van richting verandert.
De uitwerking van een kracht kun je waarnemen door
- een verandering van de vorm van een voorwerp,
- een verandering van de bewegingstoestand van een voorwerp.
Hoe groter de kracht, hoe groter de uitwerking van de kracht.