Vakdidactisch afstuderen, les 5: leerarrangement

• Economie
• HBO
• Studiejaar 4

Waar zijn we in het proces?

1. Visie
2. Aanleiding
3. Inhoudelijke verdieping
4. Leerarrangement
5. Reflectie en presentatie

Opdracht

Maken van een leerarrangement over het thema waar jij je in hebt verdiept.

Waar word je op beoordeeld?

1. Visie en vakinhoudelijke verdieping zijn verwerkt
2. Draagt bij aan een oplossing voor het vakdidactische probleem
3. Bevat leerdoelen, schets van relevantie voor de lerende en sluit aan bij een einddoel, kerndoel of kwalificatie
4. Bestaat uit een systematisch geheel waarmee beoogde doelen worden bereikt. 
5. Toets maakt het geleerde zichtbaar (+toetsmatrijs) 
6. Voorwaardelijk: voorzien van feedback

Hoe verhoudt het leerarrangement zich tot de andere onderdelen?

• Aanleiding: beschrijving van het vakdidactische probleem
• Inhoudelijke verdieping: beschrijving van relevante informatie t.a.v. economisch onderwerp  
• Visie: beschrijving goed economie onderwijs
• Reflectie en presentatie: aantonen dat het leerarrangement van meerwaarde is

In de aanleiding heb je beschreven een vakdidactisch probleem met bijpassende vraag beschreven. Het leerarrangement moet leiden tot een oplossing voor dit probleem.  

In de visie heb je beschreven dat economie onderwijs een een bepaalde manier moet worden gegeven. Dit moet tot uiting komen in het leerarrangement. 

Flauw voorbeeld

Voor klas H2B staat de komende weken tijdens de lessen lichamelijke opvoeding basketbal op het programma. Tijdens de les oefenen de leerlingen met dribbelen en lay-ups. Aan het eind van de periode toetst de docent het onderwerp. De leerlingen nemen plaats in een lokaal en krijgen een schriftelijke toets over basketbal

Ontwerpprincipe: constructive allignment (Biggs&Tang, 2011)  

Bij dit flauwe voorbeeld voel je aan dat er iets niet klopt. Het doel (basketbal) sluit wel aan bij de lesactiviteiten, maar een schriftelijke toets als afsluiting is erg onlogisch. Het principe van ‘constructive alignment’ (Biggs & Tang, 2011) stelt dat de toetsing en de leeractiviteiten altijd gericht moeten zijn op de leerdoelen. In het Nederlands wordt dit principe omschreven als ‘constructieve afstemming’

Een manier om onderwijs te ontwerpen is om te beginnen met het formuleren van leerdoelen en eventueel bijbehorende succescriteria. Welke kennis of vaardigheden wil je dat de leerlingen leren? Op welk niveau wil ik dat?

Vervolgens bepaal je als docent hoe jij het geleerde zichtbaar wil maken. Hoe moeten jouw leerlingen laten zien dat zij de doelen (op het juiste niveau) beheersen.

De leeractiviteiten zijn de activiteiten die nodig zijn om de doelen (op het juiste niveau) te behalen. Leeractiviteiten bepalen de activiteiten in de les, maar ook activiteiten die buiten het lokaal plaatsvinden kunnen leeractiviteiten zijn.

Welke vragen heb jij nog over het leerarrangement?