Profielwerkstuk - Bronnen en Literatuurlijst

  



  Bronnen en brongebruik in het profielwerkstuk
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
PWSMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  



  Bronnen en brongebruik in het profielwerkstuk

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les
Weet je
  • Waarom je bronnen gebruikt.
  • Waar je op moet letten wanneer je wilt beoordelen hoe
      betrouwbaar bronnen zijn.
  • Hoe je bronnen verwerkt in je tekst.
  • Hoe je een bronvermelding maakt.
  • Hoe je een literatuurlijst maakt

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bronnen gebruiken bij het schrijven
Bronnen gebruik je:
- Om bepaalde informatie vinden.
- Informatie te controleren.
- Een plaatje te zoeken.

Check altijd: 
- Of je bron past bij wat je zoekt.
- Of de informatie uit jouw bron klopt, dus of je bron betrouwbaar is. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Betrouwbaarheid bronnen
  • Auteur: Opleiding, kenner/autoriteit/wie zit er achter de site?
  • Doel van de tekst: Objectief geschreven (geen betoog of column).
  • Datum: Wanneer is het artikel verschenen?
  • Belang: Heeft de auteur een belang bij het artikel?
  • Verwijzingen: Bevat het artikel bronvermeldingen (verwijzingen naar andere onderzoeken)?

Slide 6 - Tekstslide

Bronnen
  • Internet, maar check wel of het een wetenschappelijke of commerciële site is.
  • Voor cijfers ook het Centraal Bureau voor de Statistiek
  • Tenslotte zijn nieuwsberichten en krantenartikelen betrouwbaar...toch?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Ik zoek informatie over studiefinanciering. De site van duo is een betrouwbare bron.
A
Juist
B
Onjuist
C
een beetje

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link

Is de informatie op deze site betrouwbaar?
A
Ja
B
nee
C
een beetje

Slide 11 - Quizvraag

Een beetje, omdat
  • Het artikel wel bronverwijzingen bevat naar wetenschappelijke onderzoeken
  • Je weet alleen dat de schrijver, Rosa Bertram, 'hoofdredacteur' is --> heeft ze kennis van het onderwerp? 
    Hoe goed heeft zij zichzelf ingelezen? 

Slide 12 - Tekstslide

Bronnen gebruiken en bewaren
Let op:
Bewaar alle bronnen die je gebruikt. Kopieer tijdens het schrijven van je PWS alvast de link/schrijf op uit welk boek en van welke bladzijde je de informatie hebt en zet deze tijdens het schrijven in een andere kleur in je tekst!

Slide 13 - Tekstslide

Plagiaat
  • PWS: jouw eigen onderzoek en jouw eigen woorden
  • Neem niet zomaar informatie uit bronnen over: plagiaat. 
  • Plagiaat kost je (veel) punten!

Slide 14 - Tekstslide

Parafraseren   = tekst in eigen woorden zetten.
Citeren  = tekst letterlijk overnemen. Zet de tekst dan tussen "aanhalingstekens". 
           
              Hoe mag je bronnen dan wel gebruiken?

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer citeren (uitzondering!)
  • Definitie van een begrip .
  • Parafraseren gaat ten koste van de kwaliteit van de zin.
  • Verlevendigen van je tekst (je haalt een grappige/pakkende zin aan).

Let op:
-Een citaat zet je tussen aanhalingstekens "............''

Slide 16 - Tekstslide

Parafraseren:
De beste manier om bruikbare informatie uit bronnen te verwerken is 'parafraseren'. Dit is het in je eigen woorden verwerken van de informatie. 
Bekijk de volgende video maar eens: 

Slide 17 - Tekstslide

Bronvermelding
  • Je begeleider moet altijd kunnen controleren waar je je informatie vandaan hebt. 
  • Zodra je informatie uit een bron gebruikt, geef je dit aan in de tekst.
--> Bronvermelding

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer verwijzen
WEL verwijzen
-bij gebruik andermans ideeën of informatie (feitelijke informatie, onderzoeksgegevens, een onderzoeksmethode, visuele informatie (zoals een afbeelding, grafiek, tabel of schema)
NIET verwijzen
-bij een algemeen bekend feit. Voorbeelden: begin- en einddatum van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), de naam van de huidige president van de Verenigde Staten van Amerika
Twee vuistregels:
-verwijzing bij alle termen, informatie en ideeën die voor jou nieuw zijn (die je geleerd hebt tijdens je onderzoek).
-Als je twijfelt of je al dan niet moet verwijzen, neem dan een verwijzing op.




Slide 19 - Tekstslide

Literatuurlijst
Vermeld in jouw litertuurlijst per bron:
-De naam van de auteur.
-De titel van het boek (cursief).
-Het jaar van uitgave.
-De pagina met wat je hebt gevonden. Bijvoorbeeld: Steve Pollock, Milieu, 1995, p.5…
Als de bron afkomstig is van internet, dan vermeld je de link. Bijvoorbeeld: https://www.oasen.nl/drinkwater/Pages/Default.aspx

In je PWS boekje staat deze uitleg nog wat uitgebreider.

Slide 20 - Tekstslide