Diabetus Mellitus

Diabetes Mellitus
17.5
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Diabetes Mellitus
17.5

Slide 1 - Tekstslide

Voor we beginnen, wat weet je al van diabetes?

Slide 2 - Open vraag

Vandaag
Wat is diabetes mellitus?
Welke type zijn er?
Wat zijn de oorzaken van diabetes?
Wat zijn de gevaren van diabetes?
Hoe kan diabetes behandeld worden?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is diabetes mellitus?
Diabetes mellitus wordt ook wel suikerziekte genoemd.
De aanmaak van insuline in de alvleesklier werkt niet goed meer.
Insuline zorgt ervoor dat bloedsuiker kan worden opgenomen vanuit het bloed.

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebeurd er met de bloedsuikerspiegel als er geen insuline wordt aangemaakt?

Slide 5 - Open vraag

Welke type diabetes zijn er?
Type 1: insulineafhankelijk. Er moet dagelijks insuline worden toegediend. Ontstaat vaak op jonge leeftijd.

Type 2: insulineonafhankelijk. Er kunnen medicijnen voor de alvleesklier worden voorgeschreven. Aangepaste voeding kan ook helpen. Vaak treed dit op oudere leeftijd op. Toediening van insuline is vaak niet nodig.

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken
Erfelijkheid
Vetzucht
Overbelasting
Infectie
Auto-immuniteit

Slide 7 - Tekstslide

Type 1
Type 2
Insuline afhankelijk
Insulineonafhankelijk
Vaak op oudere leeftijd
Vaak op jongere leeftijd
Alvleesklier maakt bijna geen insuline
Medicijnen die de alvleesklier stimuleren

Slide 8 - Sleepvraag

Behandeling diabetes
Vaak is diabetes niet te genezen. De behandeling moet ervoor zorgen dat het insulinetekort zo klein mogelijk wordt. Om dit te doen kan een leefstijladvies worden gegeven. Sporten en goede voeding zijn hierbij belangrijk. Ook kan er insuline of medicatie worden voorgeschreven.


Slide 9 - Tekstslide

Tabletten, voeding en insuline
Om diabetes te behandelen kunnen er tabletten worden voorgeschreven die de alvleesklier stimuleren. Dit kan alleen als de alvleesklier nog een beetje werkt.

Voor de voeding is het belangrijk dat er wordt gelet op het verspreiden van de inname van suikers en koolhydraten over de dag. Dit voorkomt een stijging van het bloedsuikergehalte. Vrije suikers, zoals de suikers in frisdrank, worden dan ook afgeraden.

Insuline toedienen wordt voornamelijk gedaan bij diabetes type 1. Hiervoor wordt een insulinepomp gebruikt. De cliënt dient dit meerdere keren per dag te doen.

Slide 10 - Tekstslide

Hypo en hyper
Een hypo is een ander woord voor een te lage bloedsuikerspiegel
Een hyper is een ander woord voor een te hoge bloedsuikerspiegel.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Verzorging
Let op de voeten. Als hier wonden ontstaan helen deze minder snel. Cliënten met diabetes kunnen een verminderd gevoel en een verminderde bloedtoevoer krijgen. Hierdoor is het belangrijk de voeten goed te controleren en eventuele wonden goed te verzorgen.

Slide 13 - Tekstslide

Iemand ziet erg bleek, heeft hoofdpijn, is moe en beeft. Wat is er aan de hand?
A
Hypo
B
Hyper

Slide 14 - Quizvraag

Welk type diabetes is insulineafhankelijk?
A
Type 1
B
Type 2

Slide 15 - Quizvraag

Noem 3 aandachtspunten bij de verzorging van cliënten met diabetes

Slide 16 - Open vraag

Noem 3 oorzaken van diabetes

Slide 17 - Open vraag

Well done!


Slide 18 - Tekstslide