Les verbes réguliers + irréguliers

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Les verbes réguliers 

Hoe maak je de stam van de présent voor de regelmatige ww. op ER, IR, RE

1. het hele werkwoord is de stam
2. laatste 2 letters eraf behalve bij de ww op RE
3. Overal de laatste letter eraf
4. laatste 2 letters eraf

Vervoeg in de juiste vorm: tu, présent (parler)

Wat zijn de uitgangen van de ww op ER in de présent?

1. e, es, e, ons, ez, ont
2. e, es, e, ons, ez, aient
3. e, es, -, ons, ez, ont
4. e, es, e, ons, ez, ent

Wat zijn de juiste uitgangen van de présent van de ww. op IR?

1. is, is, it, ons, ez, ent
2. is, is, is, issons, issez, ont
3. is, is, it, issons, issez, issent
4. is, it, is, ons, issez, issent

Wat zijn de juiste uitgangen van de ww. op RE in de présent?

1. s,s, t, ons, ez, ent
2. s, s, - ons, ez, ent
3. es, es, t, ons, ez, ent
4. es, es, -, ons, ez, ont

Wat is de stam van de imparfait voor alle werkwoorden?

1. de NOUS- vorm van de présent - ONS eraf
2. de laatste 2 letters eraf
3. De Nous-vorm présent
4. De laatste letter eraf behalve bij de ww op RE

Wat zijn de uitgangen van de imparfait?

1. ais, ais, ais, issons, issez, issent
2. ais, ais, ait, ions, iez, aient
3. ais, ais, ait, issions, issiez, aient
4. ais, ais, ais, ions, iez, ont

Vervoeg in de imparfait: elle, (grandir)

Vervoeg in de imparfait: ils (finir)

Wat is de juiste vorm van de passé composé (ALLER) hieronder:

1. Elle a allé
2. Elle est allé
3. Elle est allée
4. Elle est allés

Wat is de juiste vorm van de passé composé (FINIR) hieronder:

1. Il est fini
2. Il a fini
3. Il a finit
4. Il a finie

Wat is de juiste vorm van de passé composé (VENDRE) hieronder:

1. Nous avons vendus
2. Nous avons vendé
3. Nous avons vendu
4. Nous avons vendue

Vervoeg in de passé composé: elle, (choisir)

Wat is de stam van de FUTUR SIMPLE bij de regelmatige ww. op ER + IR

1. Het hele werkwoord
2. Het hele werkwoord - er + ir eraf
3. Die moet je leren als woordjes
4. Hele werkwoord -R eraf

Wat is de stam van de FUTUR SIMPLE van de werkwoorden op RE

1. het hele werkwoord -RE eraf
2. Het hele werkwoord - E eraf
3. Het hele werkwoord
4. Die moet je leren als woordjes

Wat zijn de uitgangen van de FUTUR SIMPLE

1. ai, as, a ons, ez, ent
2. ai, a, a, avons, avez, ont
3. ai, as, a, ons, ez, ont
4. aur

Vervoeg in de FUTUR SIMPLE: ils, regarder

Wat is de stam van de conditionnel van de regelmatige ww. op ER, IR en RE

1. De zelfde stam als van de FUTUR SIMPLE!
2. Het hele ww. - E eraf
3. Het hele ww. - er + ir + re eraf

Wat zijn de uitgangen van de CONDITIONNEL?

1. ai, as, a, ions, iez, aient
2. ais, ais, ait, ons, ez, ont
3. ais, ais, ait, ions, iez, aient
4. avais, avais, avait, avions, aviez, aient

Vervoeg in de CONDITIONNEL: TU, regarder