Quiz termen gezondheid ziekte

Toets termen gezondheid ziekte
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Toets termen gezondheid ziekte

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de betekenis van pathologie?
A
De studie van gezonde organen en weefsels
B
De studie van de oorzaken en gevolgen van ziekten
C
De behandeling van ziektes door chirurgische ingrepen
D
Het onderzoeken van erfelijke eigenschappen

Slide 2 - Quizvraag

Wat benadrukt het positieve gezondheidsmodel?
A
De afwezigheid van ziekte als definitie van gezondheid
B
Een holistische kijk op gezondheid gericht op veerkracht en aanpassingsvermogen
C
Het behandelen van de lichamelijke aspecten van een ziekte
D
Gezondheid is puur lichamelijk, niet mentaal

Slide 3 - Quizvraag

Wat houdt een holistische mensvisie in?
A
De mens beschouwen als een verzameling organen
B
De mens als een lichamelijke, geestelijke en sociale eenheid
C
Het behandelen van de symptomen in plaats van de oorzaak
D
Een benadering alleen gericht op lichamelijke gezondheid

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn objectieve symptomen?
A
Symptomen die alleen door patiënten wordt waargenomen
B
Symptomen die van korte duur zijn
C
Symptomen die gemeten of geobserveerd worden van buitenaf
D
Symptomen die worden veroorzaakt door psychologische factoren

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn subjectieve symptomen?
A
Symptomen die alleen door de patiënt zelf worden ervaren
B
Symptomen die door buitenstaander worden waargenomen
C
Symptomen die alleen gemeten kunnen worden
D
Symptomen die altijd zichtbaar zijn voor anderen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een anamnese?
A
Het chirurgisch verwijderen van een aandoening
B
Het vaststellen van een diagnose door lichamelijk onderzoek
C
Het afnemen van een ziektegeschiedenis
D
Het geven van medicatie aan een patiënt

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent de term diagnose?
A
Een onderzoek naar erfelijke afwijkingen
B
Het vaststellen van de aard en oorzaak van een ziekte
C
Het voorschrijven van medicijnen voor een ziekte
D
Het voorkomen van een ziekte

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een curatieve behandeling?
A
Is gericht op genezing
B
Is gericht op verlichten van symptomen zonder genezing
C
Een behandeling voor erfelijke aandoeningen
D
Een behandeling die de ziekte vertraagt

Slide 9 - Quizvraag

Wat houdt palliatieve behandeling in?
A
Een behandeling gericht op genezing
B
Een behandeling gericht op preventie
C
Een behandeling gericht op verlichting van symptomen bij ongeneeslijke ziekten
D
Een behandeling gericht op verbeteren van lichamelijke conditie

Slide 10 - Quizvraag

Wat wordt verstaan onder een acute ziekte?
A
Een ziekte die plotseling optreedt en vaak kortdurend is
B
Een ziekte die langzaam ontstaat en langdurig is
C
Een ziekte die alleen te behandelen is door een operatie
D
Een erfelijke ziekte

Slide 11 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met complicaties?
A
Een onverwachte verbetering van de gezondheidstoestand
B
Het volledig genezen van de ziekte
C
Onvoorziene problemen tijdens het verloop van een ziekte
D
Preventie van bijwerkingen tijdens een behandeling

Slide 12 - Quizvraag