Kantooraal 1

JARGON
ambtenarentaal en kantoortaal
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

JARGON
ambtenarentaal en kantoortaal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jargon?
A
Taal die een groep mensen gebruikt die hetzelfde doen
B
Taal die mensen buitensluit
C
Taal die bij een beroep hoort
D
Taal die verboden is, maar stiekem wordt gebruikt

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jargon?
A
Taal die een groep mensen gebruikt die hetzelfde doen
B
Taal die mensen buitensluit
C
Taal die bij een beroep hoort
D
Taal die verboden is, maar stiekem wordt gebruikt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jargon = 'de taal van een groep mensen, die voor buitenstaanders moeilijk is om te begrijpen'

Dat kan vakjargon zijn, dus bij een bepaald beroep horen, maar ook bijvoorbeeld sportjargon, computerjargon, social-mediajargon

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk 'jargon' gebruik jij zelf op je werk of als je praat met je vrienden?
(denk aan afkortingen en straattaal)

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Denk jij dat jargon wel of niet handig is?
WEL HANDIG
NIET HANDIG

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

'Ambtenarentaal' = Het jargon van ambtenaren. 

Dus taal die ambtenaren gebruiken waardoor brieven heel moeilijk zijn om te begrijpen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent deze zin?
'Het aantal parkeergelegenheden is per saldo nul'

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent deze zin?
'We willen de dialoog aangaan met onze stakeholders'

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent deze zin?
'Wij stellen u aansprakelijk voor de geleden schade aan het straatmeubilair'

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent deze zin?
'De speelvisie wordt verder uitgewerkt in deelproducten ten behoeve van kinderparticipatie'

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kantoorjargon = de taal die mensen op een kantoor veel gebruiken

Dan gaat het vaak over vergaderingen, presentaties, rapporten die mensen schrijven of het praten met klanten 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kantoorjargon heeft volgens Japke D. Bouma veel jeukwoorden.

Dat zijn woorden waar je 'jeuk' van krijgt omdat het heel netjes klinkt maar je niet snapt wat iemand precies bedoelt. Dat noemen we omslachtig taalgebruik.
Japke D. Bouma

Slide 13 - Tekstslide

Verwijzen naar boek: wat betekent bijvoorbeeld in je kracht staan?
Klassenopdracht
plak de post-it met jargon naast de betekenis
timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bila
Trila
Sparren
Grasduinen
Iets inschieten
Iets tegen iemand aanhouden
Iets uitrollen
Overleg twee mensen
Overleg drie mensen
Overleggen
Een document lezen
Afspraak in de agenda zetten
Om iemands mening vragen
Een plan uitvoeren
Aftikken
Klaar zijn met een punt op de agenda
Taskforce
Co-creatie
Stakeholders
Een plasje erover doen
Er een klap op geven
Iets parkeren
Groep mensen met kennis die ergens samen aan werken
Iets samen maken
De mensen voor wie je werk doet/over wie jouw werk gaat
Je mening geven
Een beslissing nemen
Er nu geen beslissing over nemen

Slide 15 - Tekstslide

Link: https://www.deondernemer.nl/personeel/leiderschap/77-kantoortermen-nooit-meer-horen~266129