Grammar - Present Perfect

Present Perfect - 
Quiz + herhaling
Doel:
Ik kan de tijd correct gebruiken bij het schrijven van zinnen en
 kan aangeven wanneer deze tijd wordt gebruikt.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Present Perfect - 
Quiz + herhaling
Doel:
Ik kan de tijd correct gebruiken bij het schrijven van zinnen en
 kan aangeven wanneer deze tijd wordt gebruikt.

Slide 1 - Tekstslide

Signaalwoorden
Bij de volgende vragen moet je steeds het juiste woord
slepen naar het hokje 'signaalwoord'. 

Voorbeelden: 
for, yet, never, ever, just, always, since, so far, until now, already, up to now, recently.

Slide 2 - Tekstslide

Signaalwoord 
My mother
has
never
been 
to Spain. 

Slide 3 - Sleepvraag

Signaalwoord 
recently.
I
have
bought
house

Slide 4 - Sleepvraag

Signaalwoord 
My sister
has
worked
since 
at Burger King 
2015.

Slide 5 - Sleepvraag

Vorm - to have + voltooid deelwoord 
Let op! 
Have/has + voltooid deelwoord

He/she/it has 
Overige = have 

Kies bij de volgende vragen de juiste vorm van to have 

Slide 6 - Tekstslide

Thomas _______ not been to Spain yet.
A
have
B
has

Slide 7 - Quizvraag

Louise and Gregory _______ not been to London since the lockdown.
A
have
B
has

Slide 8 - Quizvraag

My parents and I _______ been to Greece since my 5th birthday.
A
have
B
has

Slide 9 - Quizvraag

I _______ never been to Spain.
A
have
B
has

Slide 10 - Quizvraag

 to have + voltooid deelwoord 
Let op! 
Have/has + voltooid deelwoord

= werkwoord + ed (regelmatig)
of 3e rijtje - deel G (onregelmatig) = uit je hoofd leren.... 


Slide 11 - Tekstslide

Present Perfect:
have/has
 + voltooid deelwoord

Regelmatig 
I have walked 
He has worked
We have cooked




Onregelmatig (irregular)
I have seen
They have slept
Tim has known

+ed

Slide 12 - Tekstslide

She has never ____________ kissed.
(to be)
A
been
B
beed

Slide 13 - Quizvraag

She has never ____________ that movie (to see).
A
seed
B
sawd
C
seen

Slide 14 - Quizvraag

Wat ga je maken?
Make It Work – Yearbook (in het boekje)
 deel C: 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30 
                                               *Present Perfect

Speaking 2:
- oefenen met spreken
(online/in het boekje)
deel A: 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25

Slide 15 - Tekstslide