7.1 Wat is Criminaliteit deel 1

7.1 Criminaliteit
Hoofdstuk 7.1: Wat is Criminaliteit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.1 Criminaliteit
Hoofdstuk 7.1: Wat is Criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van de les weet je:

  • Het verschil tussen een overtreding en een misdrijf;
  • Wat een strafblad is.
  • Wat een VOG is.

Slide 2 - Tekstslide

Asociaal
  • Gedrag waarbij je geen rekening houdt met ander

  • Of in andere woorden

  • Niet sociaal gedrag: je past je niet aan

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat vind jij asociaal hier op school?
(Of gebeurt er niets asociaals)

Slide 5 - Open vraag

Is asociaal gedrag strafbaar?
  • Vaak niet
  • Soms wel
  • Wanneer niet denk je?
  • Wanneer wel? 

Slide 6 - Tekstslide

Overtreding of misdrijf?
De wet maakt verschillen tussen overtredingen en misdrijven
  • Overtreding: Strafbaar feit = minder erg

  • Misdrijf: Ernstige strafbare feiten
    Voorbeeld: Diefstal, Vernieling, verkrachting, 
  • moord, handel in drugs

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een misdrijf?
A
Zonder te betalen in de bus zitten.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
D
Wildplassen.

Slide 8 - Quizvraag

Overtreding of misdrijf?
DUS LET OP:
Winkeldiefstal is een misdrijf! Bij een misdrijf:
  • Word je door de politie verhoord
  • Soms vastgehouden,  én
  • Kan  er een rechter aan te pas komen, én
  • krijg je een Strafblad, én
  • dat heeft gevolgen voor werk en stage want: 

Slide 9 - Tekstslide

 misdrijf
Strafblad.
Gevolg: 
  • Bepaald  werk kan je niet uitvoeren 
  • Sommige landen mag je niet in
  • Filmpje VOG: 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoe zat het nou?
4 vragen
Daarna: aan de slag

Slide 12 - Tekstslide

Dus: als je één blikje cola steelt:
A
Ben je asociaal
B
Pleeg je een misdrijf
C
Bega je een overtreding

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een overtreding?
A
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
B
Een fiets stelen.
C
Een schuurtje openbreken.
D
Iemand een klap geven.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een misdrijf?
A
je rijd door rood
B
je rijd zonder licht in het donker
C
je rijd dronken op een brommer
D
je rijd zonder helm

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer crimineel?
  • Eigenlijk bij alles wat verboden is, maar....

  • Een keer te hard rijden = Niet crimineel
  • Te hard rijden met drank op en een ongeluk veroorzaken:
    Wel crimineel.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een goede omschrijving van criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 17 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: Hoofdstuk 7.1 
blz. 166


Klaar? Maak de samenvatting

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link