MA BB 7.1 Wat is Criminaliteit

Criminaliteit
Hoofdstuk 7.1: Wat is Criminaliteit
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit
Hoofdstuk 7.1: Wat is Criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Asociaal of Crimineel?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Asociaal
Asociaal gedrag is:
  • Gedrag waarbij je geen rekening houdt met ander

  • Of in andere woorden

  • Niet sociaal gedrag: je past je niet aan

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les weet je:
  • Wat criminaliteit is;
  • Het verschil tussen een overtreding en een misdrijf;
  • Wat een strafblad is.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij asociaal hier op school?
(Of gebeurt er niets asociaals)

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is asociaal gedrag strafbaar?
  • Vaak niet
  • Soms wel
  • Wanneer niet denk je?
  • Wanneer wel? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Asociaal gedrag
Je houdt dan geen rekening met anderen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

strafbaar gedrag
Het overtreden van de wet. 
(Er wordt een delict gepleegd)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding of misdrijf?
De wet maakt verschillen tussen overtredingen en misdrijven
  • Overtreding: Strafbaar feit, minder erg
  • Voorbeeld: Door rood licht rijden
  • Misdrijf: Ernstige strafbare feiten
  • Voorbeeld: Diefstal, Vernieling, verkrachting,
    moord, handel in drugs

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding
Een strafbaar feit wat minder erg is 
(vaak krijg je hier een boete voor)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Misdrijf
Ernstig strafbaar feit
(zoals vernieling, handel in drugs, diefstal, moord etc.)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een misdrijf?
A
Zonder te betalen in de bus zitten.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
D
Wildplassen.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding of misdrijf?
DUS LET OP:
  • Winkeldiefstal is een misdrijf! Bij een misdrijf:
  • Word je door de politie verhoord
  • Soms vastgehouden,  én
  • Kan  er een rechter aan te pas komen, én
  • krijg je een Strafblad, én
  • dat heeft gevolgen voor werk en stage want: 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding of misdrijf?
Strafblad.
Gevolg: 
  • Bepaald  werk kan je niet uitvoeren 
  • Sommige landen mag je niet in
  • Filmpje: 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

strafblad
Daarin staat voor welk misdrijf je bent gestraft
(digitaal dossier)

Met een strafblad is het lastiger om een baan te vinden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dus: als je één blikje cola steelt:
A
Ben je asociaal
B
Pleeg je een misdrijf
C
Bega je een overtreding

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een overtreding?
A
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
B
Een fiets stelen.
C
Een schuurtje openbreken.
D
Iemand een klap geven.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer crimineel?
  • Eigenlijk bij alles wat verboden is, maar
  • beter: Criminaliteit  bij alle misdrijven die in de wet staan 
  • Een keer te hard rijden = Niet crimineel
  • Te hard rijden met drank op en een ongeluk veroorzaken:
    Wel crimineel.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

criminaliteit
Alle misdrijven zoals die in de wet staan

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
  • Let goed op. Er worden tussendoor vragen gesteld!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7

Slide 24 - Video

Deze film duurt 14 minuten. 
Starten in les 2 lijkt mij
00:50
Jullie?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:11
Stelen van een fiets. Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:43
Okay, hij ging met de groep mee. Hoe noemden we dit ook alweer? (Hoofdstuk 1)

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:39
Waarom ging deze jongen af en toe het criminele pad op?
A
Hij deed het voor de fun
B
Hij vond dat hij soms geen andere keuzes had .
C
Hij moest mee met zijn vrienden
D
Geldgebrek

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

07:27
De rest van je leven schulden, of een overval plegen?
A
Rest van mijn leven schulden
B
Overval

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11:17
Denk jij dat je altijd kunt voorkomen dat je in de criminaliteit terecht komt? Geef daarbij een argument.
Dus: Ja, want... of Nee, want......

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

12:49
Je hebt volgens het meisje niet alles in je eigen handen. Ben je het daarmee eens?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede omschrijving van criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Maak de sleepvragen.
(2 slides)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand fatsoensregels overtreedt, noemen we dit                         gedrag. Als je een wet overtreedt, 

dan is dat                               gedrag. Als je niet stopt bij een rood stoplicht, is dat een                            , de politie kan je een bekeuring geven. 
Asociaal
Misdrijf
overtreding
strafbaar
Strafblad
verdachte

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diefstal is een voorbeeld van een                                        De                            moet dan  voor de rechter komen.

Als je schuldig bent, kan de rechter een straf geven. Je krijgt dan een 
Asociaal
Misdrijf
overtreding
strafbaar
Strafblad
verdachte

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk.
Maken: Online, hoofdstuk 7.1 "Wat is criminaliteit".

Als het echt niet anders kan in het werkboek.
Aantonen dat je het gemaakt hebt. 
Succes!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies