Communicatie en gesprekstechnieken les 1

Communicatie
            &
Gesprekstechnieken
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
htvMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie
            &
Gesprekstechnieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lesstof van vandaag
  • Verschil verbale en non-verbale communicatie.
  • Wat is de interpretatie in communiceren.
  • Wat is succesvolle communicatie.
  • Het geven van feedback
  • Wat heeft je beroepshouding hiermee                                                 te maken?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie. 
  • Je bent je bewust van je eigen non-verbale communicatie.
  • Je weet hoe je feedback kan geven.
  • Je bent je bewust van je beroepshouding tijdens de communicatie.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken ruis
  • Belangrijke informatie wordt vergeten in de boodschap te stoppen.
  • Boodschap wordt verkeerd of gedeeltelijk uitgepakt.
  • Het medium is niet geschikt voor deze boodschap
  • Wat is je interpretatie van de boodschap.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Succesvol  communiceren
  • Als het verschil tussen wat de zender bedoeld en ontvanger interpreteert zo klein mogelijk is.
  • Zender en ontvanger wisselen continu van rol tijdens het gesprek.
  • Checken beide steeds of de ander de boodschap heeft begrepen.
  • Tijdens het gesprek wordt er gekeken naar de verbale en non-verbale reacties.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen wij tellen?

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel leerlingen zitten er in de klas?
Wanneer dit er bijv. 25 zijn is het de opdracht om met de klas tot 25 te tellen.

Dit doe je op de volgende manier:
1. Het is stil in de groep.
2. Er moet tot 25 geteld worden waarbij iedereen een keer een nummer heeft genoemd. 
3. Dit nummer mag niet tegelijk met iemand genoemd worden. Iedereen mag maar 1 keer een nummer noemen. 4. Het is dus belangrijk dat je geconcentreerd luistert, geduldig bent en de juiste timing vindt. 
5. Wanneer tegelijk een nummer wordt gezegd begint het spel opnieuw. Totdat je de 25 hebt gehaald zonder onderbrekingen.
Feedback geven & ontvangen
  • Voorkomt misstanden door misinterpretatie.
  • Bestaat voornamelijk uit het benoemen van gedrag van de ander.
  • Benoemen wat dit gedrag bij jou doet
Belangrijk:
  • Geen waardeoordeel aan verbinden.
Geven
Ik- ik-jij methode
  • De gever van de feedback benoemt:
  1. Gedrag wat hij bij de ander waarneemt
  2. Welk gevoel dat gedrag hem geeft
  3. Vraagt de gever van de feedback aan de ander of dat klopt
  • Als de gever van de feedback het waargenomen gedrag als ongewenst/bedreigend ervaart, kan hij bij stap 3 om ander gedrag vragen/eisen.
  • Ik zie/merk dat.... (beschrijf het gedrag wat je hebt gezien/gehoord)
  • Dat komt op mij (effect op jou, waar heb je last van)
Controle vragen:
  • Herken je dat? Klopt dat?
  • Ik wil graag dat (welk gedrag/houding wil je zien)
Voorbeeld
Ontvangen
  • Hoor de feedback aan
  • Luisteren zonder gelijk te verdedigen
  • Vraag door wat de ander precies bedoelt
  • Bevestig de boodschap door samen te vatten in eigen woorden
  • Benoem de gevoelens die jij vermoedt wat de ander voelt en hoe jij jezelf hierbij voelt.
  • Vertel wat je met de feedback gaat doen
  • Bedank degene die je de feedback geeft

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik praat, jij tekent
Maak tweetallen. De spelers gaan met de ruggen naar elkaar toe zitten. 
Leerling 1 heeft een plaatje, leerling 2 heeft een A4 papier en een potlood

Opdracht:
Degene met het plaatje gaat nu aan de andere speler uitleggen wat er getekend moet worden, maar hij mag het voorwerp niet zeggen. Om het moeilijker te maken kun je als spelleider nog wat extra verboden woorden op het plaatje schrijven.

Lukt het de andere om het plaatje na te tekenen? Geef elkaar feedback

Slide 10 - Tekstslide

Zorg voor voldoende plaatjes.
Kerk, fiets, vliegtuig, toetsenbord, auto, afstandbediening, versierde kerstboom,
trekker, balpen, voet, vliegenmepper, fles, vaas met bloemen (bloem), bril, lamp, broek, 'een dier' (simpel), tennisracket, tent, 
Opdracht
  • Vorm tweetallen
  • 1 BOA en 1 aangever
  • Casus: zie notitie

Slide 11 - Tekstslide

Een aangever komt aan het bureau om aangifte te doen van vernieling van zijn/haar fiets. 
De aangever heeft nogal haast en alles wat de BOA doet is in zijn/haar ogen verkeerd. De aangever heeft overal kritiek op.

  • De BOA gaat feedback geven richting de aangever. Benoemd hierbij het gedrag wat hij niet wenselijk vindt en vraagt hierbij om ander gedrag.
  • De BOA verifieert bij de aangever of het klopt wat hij waarneemt.
  • De aangever vat deze feedback samen en vraagt eventueel door wat de BOA precies bedoelt.
  • De aangever kan eventueel vertellen of hij iets met de feedback gaat doen.