SOCOVA 1 week 2 Ruis,RET,effectief luisteren

SOVA niveau 4, 
les 1 Communicatie in de zorg
SOCOVA
Sociale communicatieve vaardigheden

Les 2: Communicatie in de zorg
1.1 Basis communicatietechnieken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

SOVA niveau 4, 
les 1 Communicatie in de zorg
SOCOVA
Sociale communicatieve vaardigheden

Les 2: Communicatie in de zorg
1.1 Basis communicatietechnieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat effectieve communicatie inhoudt.
  • Je kunt uitleggen hoe je de boodschap van een ander goed waarneemt en interpreteert.
  • Je kunt uitleggen hoe je effectief luistert en communiceert.
  • Je kunt samenvatten hoe je verschillende gesprekstechnieken kunt toepassen.





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Het communicatiemodel:

Wat is communicatie?
= Het overbrengen en ontvangen van een boodschap of het uitwisselen van informatie.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het communicatiemodel:
Een zender geeft een boodschap aan de ontvanger en de boodschap komt goed aan

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het communicatiemodel:
Communicatie verloopt niet altijd soepel:
Ruis zorgt ervoor dat boodschap niet goed verzonden en/of ontvangen wordt:

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaken van ruis kom je tegen op je werkplek?

Slide 6 - Open vraag


De zorgvrager is niet in staat de boodschap goed te ontvangen. De zorgvrager is bijvoorbeeld doof of heeft een beperkt begrip door een ziekte als dementie.
De zorgverlener heeft moeite om de zorgvrager te begrijpen. De zorgvrager spreekt bijvoorbeeld door afasie slecht of zachtjes of de zorgvrager vertelt iets wat de zorgverlener niet begrijpt.
De zorgvrager en/of de zorgverlener zijn afgeleid door geluiden uit de omgeving. Denk aan de televisie die hard staat, een roepende medebewoner, een familielid dat binnenkomt met een vraag.
De zorgverlener vindt het lastig haar boodschap duidelijk te formuleren aangepast op het niveau van de zorgvrager. Zij gebruikt bijvoorbeeld te moeilijke woorden waardoor de boodschap niet meer aankomt.
De zorgverlener en/of de zorgvrager is afgeleid door de eigen gedachten. Ze zijn niet met aandacht bij de communicatie omdat ze ergens anders aan denken.
De boodschap van de zorgvrager en/of zorgverlener roept emoties op bij de ontvanger waardoor hij niet meer luistert.
De zorgvrager en/of de zorgverlener interpreteert de boodschap verkeerd waardoor de boodschap niet goed aankomt.
Ruis

  • De zorgvrager is niet in staat de boodschap goed te ontvangen. De zorgvrager is bijvoorbeeld doof of heeft een beperkt begrip door een ziekte als dementie.
  • De zorgverlener heeft moeite om de zorgvrager te begrijpen. De zorgvrager spreekt bijvoorbeeld door afasie slecht of zachtjes of de zorgvrager vertelt iets wat de zorgverlener niet begrijpt.
  • De zorgvrager en/of de zorgverlener zijn afgeleid door geluiden uit de omgeving. Denk aan de televisie die hard staat, een roepende medebewoner, een familielid dat binnenkomt met een vraag.
  • De zorgverlener vindt het lastig haar boodschap duidelijk te formuleren aangepast op het niveau van de zorgvrager. Zij gebruikt bijvoorbeeld te moeilijke woorden waardoor de boodschap niet meer aankomt.
  • De zorgverlener en/of de zorgvrager is afgeleid door de eigen gedachten. Ze zijn niet met aandacht bij de communicatie omdat ze ergens anders aan denken.
  • De boodschap van de zorgvrager en/of zorgverlener roept emoties op bij de ontvanger waardoor hij niet meer luistert.
  • De zorgvrager en/of de zorgverlener interpreteert de boodschap verkeerd waardoor de boodschap niet goed aankomt.






Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbale en non-verbale communicatie

Mondeling doorgeven informatie/ boodschap:
Verbale communicatie

MAAR
Overgrote deel van communicatie verloopt:
Non-verbaal: Non verbale communicatie verloopt 
niet via woorden of taal

Wat als verbale en non verbale communicatie niet op elkaar afgestemd zijn (video)?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader:
=De manier waarop je de wereld bekijkt.  
Wordt bepaald door: 
  • Je opvoeding
  • normen en waarden
  • ervaringen
  • stemming en gevoelens
  • land waar je woont
  • vrouw of man 
  • je geloof

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

          Belangrijk dat je bewust bent van je eigen referentiekader in de communicatie met anderen!

Zorgvragers, collega's, vrienden, kennissen hebben eigen referentiekader..

Mensen kunnen heel anders kijken naar zaken, hierdoor kunnen meningsverschillen ontstaan, sta open voor andere meningen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interpretatie en waarnemen
Wat zie jij?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerde interpretatie
  • Waarneming: mevrouw voelt warm aan. Interpretatie: mevrouw heeft koorts.
  • Waarneming: mevrouw eet slecht. Interpretatie: mevrouw heeft zeker geen honger.
  • Waarneming: mevrouw huilt. Interpretatie: mevrouw mist haar dochter.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij belangrijk als je iets verteld aan iemand?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Luisteren= belangrijkste in communicatie 

Goed luisteren belangrijk omdat:
  • Je krijgt meer informatie, beter begrijpen van zv
  • Je toont respect, zv voelt zich echt gehoord
  • Je voorkomt misverstanden en bent productiever
  • Bevorderd samenwerking met zv en collega's
  • Beter begrip voor standpunt ander, je kunt beter onderhandelen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Echt luisteren
Geef aandacht.

Laat verbaal en non-verbaal merken dat je luistert.
Geef de juiste feedback.
Houd je mening of oordeel nog even voor je.
Geef een passende reactie.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rationele Effectiviteits Training (RET)

Je eigen gedachten over bepaalde boodschap of gebeurtenis bepalen vaak hoe je reageert..

Belangrijk om je bewust te zijn van je eigen gevoelens, want je gevoelens kunnen goede communicatie in de weg staan.

Hoe zorg je dat je bewust bent van je gevoel? 
             RET METHODE

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees grondgedachten RET en lees casus Cecil:
Wat vinden jullie?/Herkenbaar?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe pas je RET in de praktijk toe?

  • Gebeurtenis of boodschap zo neutraal mogelijk bekijken. Objectief waarnemen en niet interpreteren!!

  • Wees bewust van je eigen emoties, passen deze emoties bij de situatie? Kan ik met deze emoties effectief handelen? Ga na of je emoties kloppen met de werkelijkheid.

  • Ga na of het klopt wat je denkt/voelt. Vraag na bij zv of collega of je bepaalde gebeurtenissen juist hebt gezien.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Lees Hoofdstuk 1.2 van module 1 uit het boek communicatie en begeleiding.
Ga verder met de opdrachten 3 en 4 die horen bij module 1.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies