In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
De Oude Grieken
1. Van Paleis naar Polis
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van Grieken en Romeinen
Ook wel De Oudheid (3000 v Chr. - 500 n Chr.
Slide 2 - Tekstslide
De tijd van Grieken en Romeinen heet:
A
Middeleeuwen
B
Oude tijd
C
Oudheid
D
Tijd voor Chr.
Slide 3 - Quizvraag
In wat voor soort samenleving leefden de oude Grieken?
A
landbouwsamenleving
B
landbouwstedelijke samenleving
C
samenleving van jager-verzamelaars
D
informatiesamenleving
Slide 4 - Quizvraag
Minoische cultuur
3000 v.Chr. rondom de middellandse zee overal landbouw
Ontstaan van zeilschepen i.p.v. roeischepen -> verdere reizen mogelijk
Paleis-economie: gebied wordt vanuit het paleis bestuurd -> voedsel in paleis opgeslagen en verdeeld
Geschreven taal lijkt op hiërogliefen maar is nooit ontcijferd
Er was handel met Egypte en andere plekken rond de Egeïsche Zee
Paleis economieën
Alleen op Kreta
Slide 5 - Tekstslide
Minoïsche cultuur
Ontstaan van de eerste steden ongeveer 2000 v. Chr op eiland Kreta.
Deze Minoïsche cultuur had kennis gemaakt met de Egyptenaren.
Er ontstaan steden met havens en grote paleizen, van waaruit werd bestuurd en alles werd verdeeld centrum van de handel = paleiseconomieën
Een koning (Minos woonde in een groot paleis).
De Minoïsche cultuur stortte rond 1400 in. De Myceners vielen Kreta binnen, maar het is niet duidelijk of de inval de oorzaak was van het einde van de Minoïsche cultuur.
Slide 6 - Tekstslide
De donkere eeuwen
Rond 1200 v.Chr. verdwenen plots de steden, paleizen en het schrift. Ook de handel hield op
Terug naar leven in kleine boerengemeenschappen ->weinig bronnen ->daarom "donkere eeuwen" 1100-800 v.Chr.
Slide 7 - Tekstslide
Griekse
stadstaten (1)
Griekenland bestond nog niet als één land
Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning
Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)
Slide 8 - Tekstslide
Griekse
stadstaten (2)
Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd
Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden
De bekendste poleis waren Athene en Sparta
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Kolonies buiten Griekenland (1)
Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)
Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood
Slide 11 - Tekstslide
Kolonies buiten Griekenland (2)
Sommige Grieken trokken weg, op zoek naar een beter leven
Met schepen voeren ze over de Middellandse Zee naar andere gebieden om daar te gaan wonen
Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken kolonies in Spanje, Italië en Turkije
Slide 12 - Tekstslide
Kolonies
Slide 13 - Tekstslide
Kolonies buiten Griekenland (3)
Tussen de kolonies en het 'moederland' ontstond zoveel handel dat de Grieken rond 550 v. Chr. geen nieuwe kolonies meer stichten.
Door de Griekse kolonies raakte de mensen in het Middellandse Zeegebied bekend met de Griekse cultuur (zoals: mythologie, beeldhouwkunst, enz.)
Slide 14 - Tekstslide
Waarom stichten de oude Grieken kolonies?
A
Omdat de stadstaten vol waren moesten niet-burgers vertrekken.
B
De tirannen van Griekenland wilden meer landen bezitten.
C
In Griekenland was er te weinig landbouwgrond.
D
Sommige mensen waren voor aristocratie anderen voor democratie.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste landbouwproduct van de oude Grieken?
A
Groente
B
Fruit
C
Olijven
D
Aardappel
Slide 16 - Quizvraag
Noem één overeenkomst en één verschil tussen de Minoïsche en Mykeense cultuur.
Slide 17 - Open vraag
Wat is de juiste betekenis van: Kolonie
A
Overwonnen gebied door de Grieken
B
Gebieden van een Griekse stadstaat buiten Griekenland
C
Een eigen stadstaat buiten Griekenland
D
Gebied in het Perzische rijk
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Een Griekse stadstaat heet ook wel:
A
democratie
B
Mare Nostrum
C
polis
D
castellum
Slide 20 - Quizvraag
Kenmerken van de Atheense democratie
Elke stadstaat of ...... had zijn eigen manier en wetten
Stadsstaat Athene was een democratie
Alle vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen
Echte democratie????
Veel slavernij
Solon zorgt er in 594 v. Chr voor dat mensen niet meer door armoede slaaf kunnen worden
Slide 21 - Tekstslide
Het volk beslist
Ondanks Solon's wetten blijft het verschil tussen arm en rijk groot
Arme Atheners hadden het zwaar en er kwamen nieuwe ruzies
Rond 500 v. Chr. komt Kleisthenes met nieuwe wetten en voert een échte democratie in
Slide 22 - Tekstslide
Kenmerken van de Atheense democratie
Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen
Directe democratie
Ostracisme voorkomt teveel macht bij één persoon
Onbetaalde baan
Slide 23 - Tekstslide
Voorkomen van teveel macht:
Atheners mogen elk jaar een leider wegstemmen
meer dan de helft stemt weg
10 jaar verbannen uit de stad
Slide 24 - Tekstslide
Verschillen met de Nederlandse democratie
Alle mannen en vrouwen >18 jaar
Indirecte democratie
Eerste en Tweede Kamer (binnen)
Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)
Betaalde baan
Slide 25 - Tekstslide
Wat voor een bestuur had de stad Athene?
A
Directe Democratie
B
Indirect Democratie
Slide 26 - Quizvraag
“Ik ben verkozen tot leider.”
A
Tirannie
B
Democratie
C
Monarchie
D
Aristocratie
Slide 27 - Quizvraag
Wat is ostracisme?
A
het verbannen van criminelen
B
het verbannen van mensen die de democratie bedreigden
C
het breken van potten om scherven te krijgen
D
het voorkomen van machtsmisbruik
Slide 28 - Quizvraag
Wat hebben wij NIET overgenomen van de Oude Grieken?
A
een geldeconomie
B
het alfabet
C
de Olympische Spelen
D
een polis
Slide 29 - Quizvraag
welk Nederlandse woord is van het Griekse woord 'polis' afgeleid?
A
Pols
B
politie
C
politiek
D
politici
Slide 30 - Quizvraag
Athene was de grootste polis in het Oude Griekenland