5h kua: subculturen/muziekvraag, hoge-lage kunst, verwijzen naar andere kunst.

Planning
P1: cultuur van de kerk
P2: cultuur van het modernisme (1900-1950)
          Leerstof en examenvragen oefenen
P3: Massacultuur (1950-nu)
         Leerstof en examenvragen oefenen   
SE3 gaat over alle stof
EINDEXAMENS (mei 2025)
Huiswerk: filmpje of tekst + examenvragen
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Planning
P1: cultuur van de kerk
P2: cultuur van het modernisme (1900-1950)
          Leerstof en examenvragen oefenen
P3: Massacultuur (1950-nu)
         Leerstof en examenvragen oefenen   
SE3 gaat over alle stof
EINDEXAMENS (mei 2025)
Huiswerk: filmpje of tekst + examenvragen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning P3: massacultuur
24 jan: toets bespreken
31 jan: Context massacultuur + subculturen
7 feb: hoge en lage kunst / verwijzen naar andere kunst / anything goes 
14 feb: kunstenaar als ondernemer / invloed van supersterren
21 feb: postmodernisme (architectuur en beeldend)
Voorjaarsvakantie
7 maart: Film: massa en postmodernisme
14 maart: Dans, theater, musical
TOETSWEEK: Cultuur van de Kerk, Modernisme, Massacultuur

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
Examenvraag muziek + subcultuur

Kenmerken massacultuur:
- grenzen vervagen tussen hoge en lage kunst
- kunst kan verwijzen naar andere kunst
-Anything goes: alles mag. Originaliteit hoeft niet meer.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenvraag
Uitgebreid antwoorden!

Open boekje bij MUZIEK
Subculturen: Punk & Grunge

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf jouw antwoord op
In geluidsfragment 1 hoor je een fragment uit het nummer Territorial Pissings uit 1991 van de grunge-band Nirvana. Het muziekgenre van Nirvana staat bekend als grunge (letterlijk: 'vuil' of 'vuiligheid') en grunge is ook de naam van de subcultuur die halverwege de jaren tachtig ontstond in en rond de stad Seattle (Verenigde Staten), de plek waar Nirvana vandaan kwam.

Grunge is een genre dat beïnvloed werd door punk. Territorial Pissings bevat verschillende kenmerken van punk.
Noem op basis van geluidsfragment 1 drie muzikale kenmerken van punk en geef bij ieder kenmerk aan waarom dit past bij de punk-subcultuur.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

-Er wordt  hees / ruig gezongen, dit kan gezien worden als uiting van woede / frustratie / machteloosheid
-De muziek is overwegend bijzonder energiek / krachtig gespeeld, dit kan gezien worden als het opzoeken van de confrontatie / indringend willen zijn / als uiting van woede / frustratie / machteloosheid
-De gitaren klinken vervormd (distortion/fuzz), dit kan gezien worden als vertolking van frustratie
-De stuwende drums kunnen gezien worden als vertolking van woede / als uiting van opgekropte energie
H-et tempo is zeer snel, dit kan gezien worden als uiting van opgekropte energie / woede
-De muziek maakt gebruik van een (basis)bezetting van gitaren, drums en zang (en niet van synthesizers / piano), deze eenvoud kan gezien worden als een verzet tegen de mainstream popmuziek
De muziek gaat op een lijn/level door / Er zit geen moment rust in, dit kan gezien worden als het opzoeken van de confrontatie / indringend willen zijn / als uiting van woede / frustratie.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ook jaren '80: Hip-Hop

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er dan.....?
Zijn er nu geen subculturen meer?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HET INTERNET!!
Waarom is het internet zo fantastisch voor massacultuur?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken massacultuur 1950-nu
Laagdrempelig amusement (makkelijk te begrijpen, geen voorkennis vereist) > Herkenning/identificatie.

•  Massale consumptie (het trekt een groot en breed publiek) > Cultuurindustrie met als doel geld verdienen.

Massamedia (gedrukte pers, radio, tv, film, internet) spelen een belangrijke rol in de massale verspreiding/reclame. > Reproduceren.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modernisme: er is een duidelijke grens tussen ‘hoge’ kunst en ‘lage’ kunst


Elite bepaalde wat kunst is en wat niet. Om hoge kunst te kunnen waarderen, is een bepaald kennisniveau nodig. 

De kunst van het volk werd door hen gezien als plat, goedkoop en oppervlakkig amusement (want hier had je geen kennis van de kunsten voor nodig). 
Massacultuur: hoge en lage kunst mixen, grenzen vervagen. 


De kunst van het volk werd door hen gezien als plat, goedkoop en oppervlakkig amusement (want hier had je geen kennis van de kunsten voor nodig).





 Elite bepaalde wat kunst is en wat niet. Om hoge kunst te kunnen waarderen, is een bepaald kennisniveau nodig.

De kunst van het volk werd door hen gezien als plat, goedkoop en oppervlakkig amusement (want hier had je geen kennis van de kunsten voor nodig).



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoge kunst
Lage kunst
De elite
het volk
exclusief
populair
Serieus
oppervlakkig, entertainment
Ingewikkeld
snel te begrijpen
De grenzen gaan vervagen. 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De grens tussen hoge en lage kunst vervaagt.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd ineens hoge en lage kunst met elkaar gemengd?

4 manieren

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1  Vercommercialisering van de kunsten
2  Musea gebruiken marketing om een massapubliek te trekken. 
Niet meer alleen focus op 'hoge kunsten'
Keith Haring verkocht (op aanraden Andy Warhol) in zijn Pop-shop T-shirts, buttons, posters en andere producten met tekeningen van hemzelf.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3  Beeldmerken uit de populaire cultuur verheven tot hoge kunst
4  Nieuwe disciplines geïntroduceerd die afkomstig zijn uit populaire cultuur
'60
'70
'80
'90
'00
'10

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Elementen hoge kunst:
-
-
-
-
-
-


Elementen lage kunst:
-
-
-
-
-
-
Schrijf op, wat je in de videoclip ziet/hoort. zoveel mogelijk.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 23 - Video

2018
the Carters. beyonce en jay z

Welke discipline
kun je gebruiken bij analyse
deze videoclip?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decor: ik zie............
Dit is een voorbeeld van hoge/lage kunst, want........

Muziek: ik hoor.............
Dit is een voorbeeld van hoge/lage kunst, want........

Hairstyling: ik zie............... 
Dit is een voorbeeld van hoge/lage kunst, want........




Schrijf voorbeelden van hoge en lage kunst op.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken massacultuur
-Grenzen vervagen tussen hoge en lage kunst

-Kunst kan verwijzen naar andere kunst: citeren.
Want: originaliteit is niet meer zo belangrijk als tijdens het modernisme.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VIDEOCLIP
-Meestal speelt de artiest de hoofdrol.
-Het montagetempo ligt hoog en volgt de muziek.
 -De regisseurs zijn vernieuwend en gebruiken vaak geavanceerde film
  technieken.
 -Verbeelding van het verhaal met muziek, dans en beeld
 -Er wordt veel gebruik gemaakt van verwijzingen naar bestaande beelden (=postmodern)
 -verleidelijke vormgeving
-Manier om muziek en de artiest onder de aandacht te brengen (soort reclame)
-Imago van de artiest neerzetten



    Michael Jackson 'verwijst' naar een andere wereldberoemde artiest.


Naar wie?
En hoe doet hij dat? 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video


Naar wie verwijst Michael Jackson? 

Slide 29 - Video

Elvis Presley stond bekend om zijn kenmerkende heupbewegingen en ritmische dans, die in de jaren '50 revolutionair waren en soms als controversieel werden gezien.

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag: 
Pak begrippenboekje BEELDEND erbij

Vergelijk de twee beeldende kunstwerken.
-Noem een verschil in de vormgeving
-Noem een overeenkomst in de vormgeving

Doe het zo: Aspect + uitleg over verschil
                                   Aspect + uitleg over overeenkomst

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schilderij
foto

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anything goes: alles mag, alles kan kunst zijn. 
Originaliteit is niet meer zo belangrijk.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AUTHENTICITEIT
Pop art
The factory- Andy Warhol

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AUTHENTICITEIT
Kunst hoeft niet meer origineel te zijn. Vooruitgang bestaat niet meer. Alles is al ooit gedaan. Dit is het tijdperk van de reproductie. Daarom mag je citeren en hergebruiken.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Videoclip & musical (eerder)
Allebei multidisciplinaire kunstvormen
multi
+
disciplines

Kenmerk massacultuur: Combineren van kunstdisciplines

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom past musical als kunstvorm zo goed bij de massacultuur?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken massacultuur; massamedia, massale consumptie, laagdrempelig amusement.
-Populaire kunstvorm bij de massa. Als het verfilmd is, nog populairder want er gaan nog meer mensen naar de bioscoop.
- Als het verfilmd is, kan er veel geld mee worden verdiend omdat het eindeloos kan worden getoond. Bij theater is dat minder makkelijk.
-Gebruik van populaire acteurs en actrices die de massa al kent.
-Gebruik van liedjes die makkelijk te onthouden zijn en in je hoofd blijven zitten.
-Verhalen zijn makkelijk te begrijpen, geen voorkennis nodig.
-Verhalen zijn herkenbaar: gaan over universele thema's als liefde, tiener zijn, school, et cetera.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Disneyfilm = ook musical!
Multidisciplinaire kunst: zang, dans, theater + film
Maar dan getekend of geanimeerd.


Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met een toetsvraag
Je gaat zo 2 fragmenten zien. 
Noem minstens 3 overeenkomsten in de vormgeving.
Pak begrippenboekje THEATER erbij

1. Lion King Disney film 
2. Lion King de musical

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met een toetsvraag

Noem minstens 3 overeenkomsten in de vormgeving.
Pak begrippenboekje THEATER erbij

Doe het zo:
overeenkomst 1: ............  + uitleg.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
Examenvraag muziek + subcultuur

Kenmerken massacultuur:
- grenzen vervagen tussen hoge en lage kunst
- kunst kan verwijzen naar andere kunst
-Anything goes: alles mag. Originaliteit hoeft niet meer.


Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies