Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Gezegde thema 5
Wat is het gezegde?
A
Alle werkwoorden in de zin
B
Alle zelfstandig naamwoorden in de zin
C
Alle lidwoorden in de zin
D
Alle woorden in de zin
1 / 15
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Taal
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is het gezegde?
A
Alle werkwoorden in de zin
B
Alle zelfstandig naamwoorden in de zin
C
Alle lidwoorden in de zin
D
Alle woorden in de zin
Slide 1 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Ik loop.
A
Ik
B
loop
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
'Peter heeft gisteren een brief ontvangen.'
A
heeft
B
heeft ontvangen
C
ontvangen
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Ik ben naar de supermarkt gefietst.
A
ik
B
ben
C
gefietst
D
ben gefietst
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Ik heb vandaag gelopen.
A
Ik
B
heb
C
gelopen
D
heb gelopen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Ik fiets naar de supermarkt.
A
fiets
B
ik
C
naar
D
supermarkt
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het gezegde in de volgende zin:
Ik ben naar school gelopen.
A
Ik
B
ben gelopen
C
naar school
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Ik wilde vorige week komen lopen.
A
wilde
B
komen lopen
C
wilde komen lopen
D
komen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Mijn neefje is al drie keer verhuisd.
A
verhuisd
B
drie keer
C
is verhuisd
D
is al verhuisd
Slide 9 - Quizvraag
Jorrit
wil
morgen
een appeltaart
bakken.
persoonsvorm
gezegde
onderwerp
gezegde
Slide 10 - Sleepvraag
Ik
heb
een boek
gekocht.
Onderwerp
gezegde
gezegde
persoonsvorm
Slide 11 - Sleepvraag
Julia
maakt
veel gekke filmpjes
voor haar volgers.
persoonsvorm
gezegde
onderwerp
Slide 12 - Sleepvraag
Ik
had
dat boek
gelezen.
Onderwerp
Persoonsvorm
gezegde
Gezegde
Slide 13 - Sleepvraag
Welke hoort bij welke?
Alle werkwoorden in de zin
Vind je door een vraagzin te maken
Wie of wat doet er iets in de zin?
Gezegde
Persoonsvorm
Onderwerp
Slide 14 - Sleepvraag
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Woensdag 20 januari
September 2024
- Les met
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Ma 16 oktvZinsontleding basiszin
Mei 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
wwg en lv
November 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Di 21 mei persoonsvorm werkwoordelijke gezegde en onderwerp
Maart 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
voltooid deelwoord les 2
November 2023
- Les met
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 1 les 7 werkwoordelijk gezegde
September 2022
- Les met
14 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal maandag 25 januari
Januari 2021
- Les met
32 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
1.1 werkwoorden, 2.1 pv, ow en gez, 2.3 enkelvoudige en samengestelde zinnen
November 2020
- Les met
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2