Kijk en luister naar het lied. De namen van deze botten moet je kennen.
Slide 4 - Tekstslide
Delen van de romp
Schoudergordel: schouderblad en sleutelbeenderen
Borstkas: borstbeen en ribben
Bekken: heupbeenderen
Wervelkolom: halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeen en staartbeen
Vraag: Welk van de 4 delen ontbreekt in deze afbeelding?
Slide 5 - Tekstslide
Delen van de schedel
Alle botten in je hoofd vormen samen de schedel. Deze bestaat uit 3 delen (zie afbeelding).
Slide 6 - Tekstslide
De ledematen
Je hebt 4 ledematen:
2 armen: opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp, botten van de hand
2 benen: dijbeen, knieschijf, scheenbeen, kuitbeen, botten van de voet
Slide 7 - Tekstslide
4 functies van het skelet
Vorm geven aan het lichaam
Stevigheid geven aan het lichaam
Beschermen van belangrijke organen (hart, longen, hersenen)
Beweging mogelijk maken
Slide 8 - Tekstslide
Been en kraakbeen
Luister straks naar het lied. Dit gaat over de functies van het skelet en over hoe botten stevigheid geven. Tip! Let vooral op de tekst over kalk en lijmstof. Daar krijg later ook vragen over.
Botten kunnen kalk en lijmstof bevatten. Welke van deze twee zorgt ervoor dat botten een beetje soepel zijn?
A
Kalk
B
Lijmstof
Slide 15 - Quizvraag
Wie zal het meeste kalk in zijn botten hebben?
A
Je kleine broertje
B
Jijzelf
C
Je vader
D
Je oma
Slide 16 - Quizvraag
Been en kraakbeen
Been:
veel kalk, weinig lijmstof
stevig
de meeste botten in je lichaam
hoe ouder hoe meer kalk in je botten zit
Kraakbeen:
weinig kalk, veel lijmstof
flexibel, kun je dus een beetje bewegen
in neus, oor, tussen de wervels en in gewrichten).
Veel aanwezig in botten van baby's
Slide 17 - Tekstslide
Gewrichten
Slide 18 - Tekstslide
Delen van een gewricht
gewrichtskogel: het bot met een rond (bol) uiteinde
gewrichtskom: het bot met een hol uiteinde
kraakbeenlaagje: zorgt dat botten minder snel slijten en makkelijker kunnen bewegen
gewrichtskapsel: stevig vlies dat de botten bij elkaar houdt. Maakt gewrichtssmeer
kapselbanden: zorgen voor extra stevigheid
gewrichtssmeer: zorgt dat botten soepel langs elkaar bewegen
Slide 19 - Tekstslide
Spierstelsel
Bestaat uit alle skeletspieren uit je lichaam
Nodig om botten te laten bewegen
Slide 20 - Tekstslide
Spieren die niet bij het spierstelsel horen
- Hartspier
(een holle spier)
- Spieren in de andere organen (bijv. de spiertjes in de huid die zorgen dat haren rechtop gaan staan als je het koud hebt)
Slide 21 - Tekstslide
Spieren en botten
werken samen om te kunnen bewegen
spieren zitten met pezen vast aan het bot
als de armbuigspier (biceps) samentrekt, buigt je arm
als de armstrekspier (triceps) samentrekt, strekt je arm
Pezen kunnen niet samentrekken
Slide 22 - Tekstslide
Lichaamshouding
Dit is de manier waarop je staat of zit.
Probeer altijd een juiste lichaamshouding te hebben om rugklachten te voorkomen.
Slide 23 - Tekstslide
Goede conditie
Een goede conditie voorkomt blessures.
Conditie = hoe lang, makkelijk en snel je kunt bewegen
Blessure = beschadiging van spieren, botten of gewrichten
Slide 24 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen been en kraakbeen?
A
In been zit meer lijmstof
B
In kraakbeen zit meer lijmstof
C
Been is buigbaarder dan kraakbeen
D
Er is geen verschil
Slide 25 - Quizvraag
Bij welke van de nummers wordt gewrichtssmeer gemaakt?
Slide 26 - Open vraag
Zet de namen op de juiste plek
Gewrichtskom
Gewrichtskogel
Gewrichtssmeer
Gewrichtskapsel
Kraakbeen
Slide 27 - Sleepvraag
Waarmee zitten spieren aan botten vast?
Slide 28 - Open vraag
Een spier die samentrekt wordt korter en dikker. Welke spier in de afbeelding is dus de armbuigspier?
A
De bovenste spier
B
De onderste spier
C
De pees
D
Dat kun je niet weten
Slide 29 - Quizvraag
Waarom is een goede lichaamshouding belangrijk?
Slide 30 - Open vraag
Opdracht
Je krijgt via teams een opdracht. Deze moet voor volgende les af zijn. Je mag hier in tweetallen aan werken (in breakoutrooms, zodat je een ander tweetal niet stoort).
Slide 31 - Tekstslide
Wat vond je leuk aan deze les? En wat vond je niet zo leuk?