De botten van baby's bestaan uit meer lijmstof waardoor de botten buigzamer zijn
De botten van ouderen bestaan uit meer kalk waardoor ze sneller breken
Een functie van het skelet is beweging. Tussen de botten zit kraakbeen, zodat de botten niet over elkaar heen schuiven
Ook komt kraakbeen voor op plaatsen die stevig én soepel moeten zijn zoals in de neus en oorschelpen.
Kraakbeen is stevig, maar toch buigzaam
Slide 6 - Tekstslide
Botverbindingen
Manieren waarop botten met elkaar verbonden kunnen zijn:
Theorie basisstof 3
Opbouw van het skelet door beenverbindingen (bekijk de video)
Een gewricht is een verbinding tussen twee botten. Door een gewricht kunnen de botten gemakkelijk bewegen
Gewricht kapsel en kapselbanden
Om het gewricht heen zit een stevig vlies. Dit vlies heet gewrichtskapsel. Het gewrichtskapsel houdt de botten bij elkaar. Het gewrichtskapsel maakt ook het gewrichtssmeer.
Om het gewricht zitten kapselbanden. De kapselbanden zijn een extra versteviging. Ze helpen mee om de botten op hun plaats te houden
Gewricht kogel en kom
Het uiteinde van één bot is bol. Dit heet de gewrichtskogel. Het uiteinde van het andere bot is hol. Dit heet de gewrichtskom.
Slide 7 - Tekstslide
Spieren door heel je lichaam: - Bekijk de video over spieren
- om botten te bewegen
- in de organen, zoals huidspiertjes en spiertjes in de darmwand
Bekijk de video voor extra uitleg over de armbuig en strekspier (de antagonisten)
Pezen
Pezen:
- spier zit met pezen aan het bot vast. Pezen zijn de witte delen aan het einde van elke spier
- de aanhechtingsplaats is de plek waar de pees aan het bot vastzit
- een pees kan niet samentrekken
Een pees voelen:
- Voel met je vingers van de linkerhand aan de binnenkant van je elleboog
- Buig nu je je rechterarm
Spieren
Spieren:
Een spier kan zich samentrekken, dan wordt de spier korter en dikker. De spier trekt dan de botten waar de spier aan vastzit naar elkaar toe. Zo onstaat beweging.
Antagonisten
Twee spieren die een tegengesteld effect hebben. Om een deel van je lichaam te bewegen zijn altijd minstens 2 spieren nodig.
Armbuigspier
Armbuigspier (biceps):
Als deze zich samentrekt, wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan omhoog getrokken.
Armstrekspier
Armstrekspier (triceps):
Als deze zich samentrekt wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan gestrekt.
Theorie basisstof 4
Slide 8 - Tekstslide
Hoe heet deze spier?
A
Kuitspier
B
Voorste scheenbeenspier
C
Achterste scheenbeenspier
D
Voorste kuitspier
Slide 9 - Quizvraag
zijn spieren organen?
A
ja spieren zijn inderdaad organen
B
nee dat zijn geen organen
Slide 10 - Quizvraag
Als deze spieren aanspannen
A
gaat de pols buigen
B
gaat de pols strekken
C
gebeurt er niets in de pols
D
gaat de pols draaien
Slide 11 - Quizvraag
Hier zie je de binnenkamt van een gebogen been. Wat is wat?
A
B
C
D
gewricht
bot
spier
pees
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep de namen van de onderdelen van het gewricht uit de rechter kolom naar het juiste nummer in de linker kolom.