h8 oefenen

Burgers en stoommachines
Oefenen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines
Oefenen

Slide 1 - Tekstslide

  • leerdoelen
  • tijdsbalktest 
  • quiz
  • filmpjes en opdrachten
  • leerdoelen herhalen
  • Muurkrant

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt aan het einde van deze les ….


    • uitleggen wat de industriële revolutie is
    • de drie belangrijkste kwesties uit de 19e eeuw noemen en omschrijven: sociale kwestie, kiesrechtkwestie en schoolstrijd
    • de tijdvaknamen benoemen.

    Slide 3 - Tekstslide

    Met welk gevoel begin jij aan deze nieuwe les?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 4 - Poll

    Ik heb de paragraven van h8 gemaakt en doorgenomen.
    A
    Ja!
    B
    Nee!
    C
    Ik heb nog wel wat tijd nodig om te leren.

    Slide 5 - Quizvraag

    Tijdbalktest (toets)
    • teken in rap tempo (uit de losse pols) een tijdbalk op schaal.
    • noteer de ronde jaartallen en de namen van de tijdvakken;
    • verwerk in je tijdbalk de volgende kantelmomenten: 1. Agrarische Revolutie - 2. Renaissance - 3. Reformatie - 4. Wetenschappelijke Revolutie - 5. Verlichting-6. industriële revolutie.
    • je mag geen bronnen raadplegen;
    • je hebt slechts 5 minuten de tijd;
    timer
    5:00

    Slide 6 - Tekstslide

    De tijd van burgers en stoommachines:
    A
    Het achtste tijdvak van 1800-1900
    B
    Het zevende tijdvak van 1700-1800
    C
    Het achtste tijdvak van 1700-1800
    D
    Het negende tijdvak van 1850-1950

    Slide 7 - Quizvraag

    Meer dan de helft van de bevolking woont in steden en veel mensen werken in de industrie en diensten.
    A
    Landbouw samenleving
    B
    Industriële revolutie
    C
    Industriële samenleving
    D
    Industriële reformatie

    Slide 8 - Quizvraag

    Wat is de industriële revolutie?

    Slide 9 - Open vraag

    In 1815 was de koning van Nederland en België
    A
    Napoleon
    B
    Willem I
    C
    Willem II
    D
    Beatrix

    Slide 10 - Quizvraag

    Wat is een liberaal?
    A
    Iemand die vooral gelijkheid wil.
    B
    Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid.
    C
    De eerste minister.
    D
    Iemand met macht.

    Slide 11 - Quizvraag

    Wat is een parlementaire democratie
    A
    Het parlement word gekozen met het algemeen kiesrecht
    B
    De koning kiest het parlement

    Slide 12 - Quizvraag

    Wanneer liet Willem II de grondwet wijzigen door Thorbecke?
    A
    1815
    B
    1831
    C
    1848
    D
    1874

    Slide 13 - Quizvraag

    Wat is socialist?
    A
    Streefden in de politiek naar meer gelijkheid.
    B
    Streefden in de politiek naar meer vrijheid.
    C
    Streefden naar religie in de politiek.
    D
    Waren vooral actief op Social media.

    Slide 14 - Quizvraag

    Confessionelen zijn:
    A
    Een politieke partij voor het milieu.
    B
    Een soort socialisten.
    C
    De bezittende klasse van fabriekseigenaren.
    D
    De mensen die in de politiek uitgaan van het christelijk geloof.

    Slide 15 - Quizvraag

    Emancipatie:
    A
    Gelijke rechten voor vrouwen en opheffing van de achterstanden.
    B
    Gelijke mannenrechten.
    C
    Algemeen kiesrecht.
    D
    Een politieke partij.

    Slide 16 - Quizvraag

    Slide 17 - Video

    Noem een kenmerkend aspect uit h8 dat bij dit filmpje past.

    Slide 18 - Open vraag

    Slide 19 - Video

    Afrika werd door Europese regeringen opgedeeld in het Conferentie van:
    A
    Berlijn in 1878
    B
    Berlijn 1848
    C
    Instanbul 1787
    D
    Versaille 1872

    Slide 20 - Quizvraag

    Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
    A
    Kolonialisme
    B
    Imperialisme
    C
    Liberalisme
    D
    Europeanisme

    Slide 21 - Quizvraag

    Leerdoelen
    Je kunt aan het einde van deze les ….


      • uitleggen wat de industriële revolutie is
      • de drie belangrijkste kwesties uit de 19e eeuw noemen en omschrijven: sociale kwestie, kiesrechtkwestie en schoolstrijd
      • de tijdvaknamen benoemen.

      Slide 22 - Tekstslide

      In kan het begrip Industriële revolutie uitleggen
      ja
      nee

      Slide 23 - Poll

      Ik kan de tien tijdvaknamen opnoemen
      ja
      nee

      Slide 24 - Poll

      Muurkrant-opdracht
      Ga in een groepje van 2 bij elkaar zitten of in een breakout-room
      Jullie gaan een muurkrant samenstellen, minimaal 5 afbeeldingen/tekst, minimaal 5 personen/begrippen. Elke muurkrant belicht een deelonderwerp uit de tijd van burgers en stoommachines: 

      1. sociale kwestie
      2. kiesrechtstrijd
      3. feminisme
      4. schoolstrijd
      5. modern imperialisme

      Slide 25 - Tekstslide

      Muurkranten 19e eeuw
      de resultaten:

      Slide 26 - Open vraag

      Met welk gevoel eindig jij deze les?
      😒🙁😐🙂😃

      Slide 27 - Poll