Modalverben
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Link
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Ich ______ nach Hause gehen.
A
musse
B
musst
C
muss
D
müsse
Slide 7 - Quizvraag
Er ______ es nicht leiden.
A
könne
B
kann
C
kanne
D
konne
Slide 8 - Quizvraag
Wir _______ nicht rein.
A
durfen
B
darf
C
darfst
D
dürfen
Slide 9 - Quizvraag
Ihr ______ noch nicht nach Hause?
A
wollen
B
woll
C
wollt
D
willt
Slide 10 - Quizvraag
Ich _____ das Essen nicht.
A
mog
B
mache
C
mag
D
machen
Slide 11 - Quizvraag
Du _______ morgen kommen.
A
kann
B
können
C
kanne
D
kannst
Slide 12 - Quizvraag
Ich ______ es morgen machen.
A
sall
B
solle
C
sollen
D
soll
Slide 13 - Quizvraag
Welke onderdelen komen er in de hoofdstuktoets 4 voor?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Video
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 16 - Open vraag
Leesstrategie
Slide 17 - Woordweb
Waar denk je aan wanneer je een Duitse tekst gaat lezen?
