Zintuigen les 1

ZINTUIGEN
BB Hoofdstuk 9
KB Hoofdstuk 10
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

ZINTUIGEN
BB Hoofdstuk 9
KB Hoofdstuk 10

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning komende 
3 weken
Bijles planten (schrift)
Woensdag 1 november 13.15 uur (6)
Woensdag 8 november 13.15 uur (6)

Leren voor het PTA 
hoofdstuk Planten (8 KB) (7 BB)
Basisstof 1 t/m 6
Blauwe woorden kennen!

30/10
Zintuigen Basisstof 1/2
31/10
examenopgaven regeling af hebben! Zie som!
Zintuigen basisstof 2
1/11
Zintuigen basisstof 3/4
6/11
Zintuigen basisstof 4/5
7/11
Zintuigen basisstof 5/6
8/11
Zintuigen afsluitende opdracht
13/11
planten herhaling
14/11
planten herhaling
15/11
Toetsweek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van deze les
BB/KB
1. Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
2. Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.
3. Je kunt aangeven waar het gehoorzintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.
4. Je kunt aangeven waar het evenwichtszintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.

KB
1. Je kunt uitleggen wat adequate prikkels zijn van de gezichtszintuigen, gehoorzintuigen en evenwichtszintuigen.
2.Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zintuigen in het zintuigenstelsel?
oog
gezichtszintuig
neus
geurzintuig
tong
smaakzintuig
oor
gehoorzintuig + evenwichtszintuig
huid
tastzintuig, warmtezintuig, koudezintuig, drukzintuigcellen en pijnpunten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de werking van de zintuigen beschrijven


Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving.

Prikkels worden door een zintuig omgezet in impulsen (elektrische signalen). 

De impulsen gaan naar de grote hersenen. Daar word je je bewust van de prikkel: je neemt waar. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de werking van de zintuigen beschrijven
Wat gebeurt er met een prikkel?

Elk zintuig heeft zintuigcellen
In zintuigcellen ontstaan impulsen

De impulsen  ('seintjes') gaan naar de hersenen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drempelwaarde
Een prikkel moet een drempelwaarde halen om waargenomen te worden

Bitter heeft de laagste drempelwaarde. Zoet de hoogste.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drempelwaarde
In de zintuigcellen ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is.

De kleinste prikkel die een impuls veroorzaakt  = de drempelwaarde


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adequate prikkels

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adequate prikkels 
Zintuigencellen hebben dus een specifieke (adequate) prikkel waarop ze reageren.

Ze kunnen ook niet adequate prikkels waarnemen maar de drempelwaarde is dan hoger.

sterretjes zien bij een harde klap

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewenning en motivatie
- Gewenning
Wanneer een zintuigcel langere tijd dezelfde prikkels ontvangt, worden er minder impulsen afgegeven.

- Motivatie
Met aandacht waarnemen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 2
10 zintuigen van de mens

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van deze les
BB/KB
1. Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
2. Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.
3. Je kunt aangeven waar het gehoorzintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.
4. Je kunt aangeven waar het evenwichtszintuig ligt en op welke prikkel dit zintuig reageert.

KB
1. Je kunt uitleggen wat adequate prikkels zijn van de gezichtszintuigen, gehoorzintuigen en evenwichtszintuigen.
2.Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezichtszintuig
In je oog ligt het gezichtszintuig

Licht valt op het netvlies, hier liggen de zintuigcellen

zintuigencellen zetten de prikkels om in impulsen.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gehoorzintuig
In je oor ligt het gehoorzintuig

Geluid zijn trillingen die worden opgevangen door het trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis (gehoorzenuw)

Gehoorzenuw zet de prikkels om in impulsen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.
Pijnpunten nemen pijn waar

Slide 16 - Tekstslide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
Huid
Drukzintuigen - Lager in de huid.

Tastzintuigen - Soms veel, soms weinig.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het reukzintuig
Bedekt met neusslijmvlies
Boven in de neusholte de reukzintuigcellen met reukharen

Geur is de prikkel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakzintuigen
Vijf smaakzintuigen

Zoet
Zout
Bitter 
Zuur
Umami (hartig)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakzintuig
over je tong lopen fijne                 In de groefjes liggen                  smaakknopjes
groefjes                                              smaakknopjes                   bevatten smaakzintuigcellen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk KB

werkboek
blz. 180
opdracht 2

In je schrift maken
blz. 181
opdracht 4 - 5 en 6a


Maakwerk BB

werkboek
vanaf blz. 193
opdracht 1 t/m 3 + 6a


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies