- Aantekeningen gemaakt bij uitzending over BookTok
Slide 3 - Tekstslide
1.4 Een verslag schrijven - blz. 43
https://www.youtube.com/watch?v=fSUMt5NpBpk
Slide 4 - Tekstslide
Vandaag
- Schrijf een kort verslag hierover. Gebruik je aantekeningen.
timer
5:00
Slide 5 - Tekstslide
1.4 Hoe schrijf je een verslag - blz. 46
Inleiding:
schrijf de inleiding het laatst, zodat je niet per ongeluk al informatie geeft die pas in de kern van je verslag hoort te staan.
Middenstuk:
maak een overzicht van de vragen die je wilt beantwoorden in je verslag;
zet de vragen in een logische volgorde;
beantwoord elke vraag in één alinea;
in de kernzin van elke alinea geef je antwoord op de vraag van die alinea;
in de rest van de alinea geef je uitleg en/of voorbeelden;
wissel enkelvoudige en samengestelde zinnen, lange en korte zinnen af.
Slide 6 - Tekstslide
1.4 Hoe schrijf je een verslag - blz. 46
Slot:
geef de conclusie of vat de belangrijkste informatie samen;
laat het slot aansluiten op de inleiding. Als je in de inleiding een (onderzoeks)vraag stelt, beantwoord die dan in het slot.
Slide 7 - Tekstslide
1.4 Aan de slag
Lees tekst 1 (blz. 44) en maak opdracht 3 en opdracht 4 (45-46).
Vraag 3 even samen beginnen.
Slide 8 - Tekstslide
1.4 Een verslag schrijven - blz. 43
Een verslag is een beschrijving van iets dat je gezien, meegemaakt, onderzocht of gelezen hebt. Voorbeelden zijn een stageverslag, een practicum- of onderzoeksverslag, een boekverslag, een verslag van een sportwedstrijd.
Gebruik bij het schrijven van een verslag de 5W1H-vragen. Bijvoorbeeld: