In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer ontstond de landbouw ongeveer?
A
10 000 v.C.
B
8 500 v.C.
C
5 000 v.C.
D
15 000 v.C.
Slide 4 - Quizvraag
In welke historische periode moeten we het ontstaan van de landbouw dan situeren?
A
Prehistorie
B
Oude Nabije Oosten
C
Klassieke oudheid
D
Middeleeuwen
Slide 5 - Quizvraag
Welke naam geven we het gebied in het Midden-Oosten waar de landbouw is ontstaan?
Slide 6 - Open vraag
we hebben gezien dat de irrigatielandbouw ontstaat in 3500 v.C. Welk tijdvak start dan?
A
de prehistorie
B
het oude Nabije Oosten
C
de middeleeuwen
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer eindigt het oude Nabije Oosten?
Slide 8 - Open vraag
in welk werelddeel situeren we Mesopotamië?
A
Afrika
B
Europa
C
Amerika
D
Azië
Slide 9 - Quizvraag
De vorige les ging over de irrigatielandbouw in Mesopotamië. Tot welk domein behoort deze les?
A
politiek
B
cultuur
C
sociaal
D
economie
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat is ruilhandel?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
stad
landbouwoverschotten
beroepsspecialisatie
ambachtslui
handelaars
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
De samenleving stond onder leiding van een koning. Het gebied dat hij bestuurde was aanvankelijk niet zo uitgebreid. Het bestond alleen uit de stad en de omliggende landbouwgronden. Welk begrip past het best bij deze staatsvorm