Verkoop & Relatiebeheer Recap H1 & 2

Verkoop & Relatiebeheer 
Recap Hoofdstuk 1 & 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verkoop & Relatiebeheer 
Recap Hoofdstuk 1 & 2

Slide 1 - Tekstslide

Verkoopcyclus: Wat is de belangrijkste fase?
A
Voorbereidingsfase
B
Openingsfase
C
Transoformatiefase
D
Afsluitende fase

Slide 2 - Quizvraag

Wat is GEEN fase in de verkoopcyclus
A
Voorbereidingsfase
B
Informatiefase
C
Overgangsfase
D
Relatiefase

Slide 3 - Quizvraag

In deze fase is non-verbale communicatie lezen erg belangrijk
A
Openingsfase
B
Informatiefase
C
Transformatiefase
D
Afsluitende fase

Slide 4 - Quizvraag

in deze fase is LSD (luisteren, Samenvatten, Doorvragen) erg belangrijk
A
Openingsfase
B
Informatiefase
C
Transformatiefase
D
Relatiefase

Slide 5 - Quizvraag

Waarom wordt de sales-funnel altijd als trechter afgebeeld
A
Omdat het erg FUN is
B
bovenin begin je met "iedereen" elke stap vallen er potentiëlen af
C
Omdat het onderin sneller gaat
D
Je gaat van leads naar prospects, naar klanten

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel rollen heeft de DMU?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel personen heeft de DMU?
A
1
B
3
C
6
D
alle bovenstaande antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quizvraag

Wat is GEEN rol in de DMU?
A
Beinvloeder
B
Aankoper
C
Gebruiker
D
Duider

Slide 9 - Quizvraag

Wat wordt hier bedoeld?

Slide 10 - Open vraag

Het middel waarmee je communiceert
A
Zender
B
Boodschap
C
Coderen
D
Medium

Slide 11 - Quizvraag

Waarvoor staan de ACTI-Voorwaarden voor goede communicatie
A
Actie, Creatie, Theater, Interpretatie
B
Affectieve, Cognitieve, Technische, Interpretatieve voorw.
C
Affectieve, Constructieve, Technische, Informatieve voorw.
D
Aspiratie, Cognitieve, Theatrale, Interpretatieve

Slide 12 - Quizvraag

Met cognitieve voorwaarde voor goede communicatie wordt bedoeld:
A
Communiceren op het niveau van de klant
B
Zorgen dat je begrepen wordt
C
Fatsoen, aangepast aan de klant
D
Spreek beide dezelfde taal

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een verkoopmethode?

Slide 14 - Open vraag

Volgende methoden lenen zich het beste voor kortdurende verkooptrajecten:
A
Passieve telefoon, Actiegericht, SPIN, Trail & Error
B
Actieve Telefoon, Missionair, Actie-reactie, Trail & Error
C
SPIN, Sandwich, Mentale Fase, Missionair
D
Behoeftegericht, Consultatief, Missionair, Actiegericht

Slide 15 - Quizvraag

Volgende methoden lenen zich het beste voor Middellange termijn verkooptrajecten:
A
Behoeftegericht, Sandwich, Mentale fase, Gedifferentieerde
B
Passieve Telefoon, Missionair, SPIN, Verkoopfase
C
Sandwich, Probleem-oplossend, Missionair, Relatie/advies
D
Relatie/advies, Sandwich, Mentale fase, Actiegericht

Slide 16 - Quizvraag

Volgende methoden lenen zich het beste voor lange verkooptrajecten:
A
Missionair, Actiegericht, Actie-reactie
B
Behoeftegericht, procesgericht, Sandwich
C
SPIN, Consultatief, Gedifferentieerd
D
Relatie/advies, Consultatief, Spin

Slide 17 - Quizvraag

Wat klopt over inbound- & outbound verkoop.
A
Inbound is binnenkomend
B
inbound is uitgaande telefoon
C
outbound is binnenkomende telefoon
D
outbound is autoritair

Slide 18 - Quizvraag

Volgende verkoopmethode voor korte trajecten is het handigste als je de DMU niet kent
A
Actiegericht
B
Promotiegericht
C
Missionair
D
Trail & Error

Slide 19 - Quizvraag

Actiegerichte verkoopmethode (korte trajecten) kenmerkt zich door
A
gebruik van actiehelden
B
Leadgeneratie
C
Korting of product+ geven
D
Snelle start van de verkoop

Slide 20 - Quizvraag

Deze verkoopmethode is vooral gericht op het "stimuleren" van de klant.
A
Actie/reactie
B
SPIN
C
Acceptatiemethode
D
Passieve telefoon

Slide 21 - Quizvraag

Wat houdt de sandwich-methode in?
A
Verkopen tijdens een Lunch
B
werken via de 80/20 regel (80% brood, 20% beleg)
C
Iets negatiefs verpakken tussen 2 positieve dingen
D
Deze methode bestaat niet

Slide 22 - Quizvraag

SPIN staat voor
A
Situatie, Provocatie, Immaterieel, Nazorg
B
Situatie, Probleem, Implicatie, Nazorg vragen
C
Situatie, Probleem, Implicatie, Noodzaak vragen
D
Start, Probleem, Interactie, Nazorg

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je het als je als verkoper de "meedenkende partner/collega" wordt?
A
Relatie/advies methode
B
Mentale fase methode
C
Probleemoplossende methode
D
Consultatieve verkoopmethode

Slide 24 - Quizvraag

Meeste productkennis is nodig
bij de ........ methode
A
SPIN-methode
B
Consultatieve selling
C
Relatie/advies-methode
D
Mentale fase- verkoopmethode

Slide 25 - Quizvraag

Welke verkoopmethode heb je wel eens toegepast?

Slide 26 - Open vraag

Wat is (een van de) snelste en meeste efficiënte verkoopmethoden?

Slide 27 - Open vraag

Einde

Slide 28 - Tekstslide