Quiz ontwikkelingspsychologie

Kim wil alles ontdekken. Ze is alleen motorisch nog niet ontwikkeld. Kim stoot dingen omver en stopt alles wat op de grond ligt in haar mond. Kim is een:
A
Baby
B
dreumes
C
peuter
D
kleuter
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Kim wil alles ontdekken. Ze is alleen motorisch nog niet ontwikkeld. Kim stoot dingen omver en stopt alles wat op de grond ligt in haar mond. Kim is een:
A
Baby
B
dreumes
C
peuter
D
kleuter

Slide 1 - Quizvraag

Peter is een peuter. Hij hoort zijn ouders veel praten. Peter begint in een korte tijd veel te praten. Hij leert 250 tot 1500 woorden per dag. Op welke ontwikkelingsgebied ontwikkelt Peter zich snel?
A
Motorische ontwikkeling
B
Lichamelijke ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling
C
Seksuele ontwikkeling
D
Cognitieve ontwikkeling

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van de verschillende leeftijdsfases
A
Baby, adolescent, peuter, kleuter, jonge schoolkind, puber en oude schoolkind
B
Baby, peuter, kleuter, jonge schoolkind, puber, oude schoolkind, adolescent.
C
Baby, peuter, kleuter, jonge schoolkind, oude schoolkind, puber en adolescent
D
Baby, peuter, puber, kleuter, jonge schoolkind, adolescent en oude schoolkind

Slide 3 - Quizvraag

Tom is drie jaar oud. Hij is een kleuter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Welke ontwikkeling hoort bij een kleuter?
A
Leert vast voedsel te eten
B
Leert rekenen en taal
C
Leert veters strikken
D
Leert lopen

Slide 5 - Quizvraag

De oude schoolkind zit in de volgende fase, volgens Piaget
A
Sensomotorische fase
B
pre- operationele fase
C
Concreet operationele fase
D
Formeel operationele fase

Slide 6 - Quizvraag

Oude schoolkind: Kies het juiste antwoord
A
Binnen de lichamelijk ontwikkeling is de grove en fijne motoriek nog niet goed ontwikkeld
B
De lichamelijke ontwikkeling van jongens en meisjes loopt gelijk en zijn vaak even lang.
C
De oude schoolkind heeft een harmonieuze lichaamsverhouding
D
alle antwoorden zijn juist.

Slide 7 - Quizvraag

Puber zitten volgens Piaget in de formeel operationele fase. Wat wordt er verstaan in deze fase?
A
Ze leren hoe de wereld in elkaar zit en houden van feiten.
B
Ze leren inzien dat een idee of gedachte of gedachte invloed kan hebben op het menselijk handelen. Abstract denken ontwikkelt zich
C
Abstract ontwikkeling heeft zich nog niet volledig ontwikkelt.

Slide 8 - Quizvraag

In de sociaal- emotionele ontwikkeling van een puber speelt de volgende aspecten een belangrijke rol...
A
Peergroup, identiteit ontwikkeling, faalangst en onzekerheid
B
Peergroup, identiteit ontwikkeling, faalangst en geen onzekere gevoelens.

Slide 9 - Quizvraag

Een puber verandert alleen op lichamelijke gebied
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Welke ontwikkeling past NIET bij de puber?
A
Gaat in een studentenhuis wonen
B
Leert lezen
C
Meer haargroei
D
groeispurt

Slide 11 - Quizvraag