LJ1- 1.6 stam + ik-vorm / LJ2 1.6 + 1.7

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 1.6 - LJ2 1.6 en 1.7 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 1.6 - LJ2 1.6 en 1.7 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
 LJ1: Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 28.

LJ2: Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 26. 
Jullie gaan zelfstandig 1.6 weet je nog? Stam en ik-vorm maken.
Opdracht 1. Ben je klaar dan ga je in stilte lezen, tot ik klaar ben met leerjaar 1. 

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je het verschil uitleggen tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord. 



Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Weegt oplossingen tegen elkaar af
- Kiest beargumenteerd een oplossing

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand


Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Tekstslide

Geef de stam van: vallen

Slide 5 - Open vraag

Geef de ik-vorm van: vallen

Slide 6 - Open vraag

Geef de stam van: geven

Slide 7 - Open vraag

Geef de ik-vorm van: geven

Slide 8 - Open vraag

Wie maakt wat? 
Had je 3 van de 4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 23 t/m 25 op blz 28 t/m 29


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

Stam
De stam van een werkwoord is het hele werkwoord zonder -en.

Bijvoorbeeld:
Wachten -> wacht
Schrijven -> schrijv
Zitten -> zitt

Slide 10 - Tekstslide

Ik-vorm
De ik-vorm is vaak gelijk aan de stam, maar niet altijd. Je moet soms een klinker toevoegen, een medeklinker weglaten of een letter veranderen.

Bijvoorbeeld:
Schrijven -> schrijv -> ik schrijf
Zitten -> zitt -> ik zit

Slide 11 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Bespreken opdracht 25. 

Slide 12 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken LJ1
Je maakt zelfstandig opdracht 23 t/m 25 op blz 28 t/m 29.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

1. Lesopening
 LJ2: Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 26.


Slide 14 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- weet je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt. 



Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Weegt oplossingen tegen elkaar af
- Kiest beargumenteerd een oplossing

Slide 15 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand


Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 17 - Open vraag

Tegenwoordige tijd
Ik
Hij
Wij
word
worden
wordt

Slide 18 - Sleepvraag

Ik
Zij
Jullie
werd
werden

Slide 19 - Sleepvraag

Wie maakt wat? 
Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 2 t/m 4 op blz 26/27


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 20 - Tekstslide

Persoonsvorm TT 
Tegenwoordige tijd:
  • Ik of jij/je achter de ik-vorm = ik vind, vind jij/je
  • ander enkelvoud: ik-vorm+t = jij vindt, hij/zij vindt
  • meervoud: hele werkwoord = wij vinden

Gebruik lopen of smurfen om te horen of je een t  achter de ik-vorm schrijft!

Slide 21 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Opdrachten kort bespreken. 

Slide 22 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
LJ 1- Je maakt zelfstandig opdracht 23 t/m 25 op blz 28 t/m 29
LJ 2- Je maakt zelfstandig opdracht 2 t/m 4 op blz 26/27.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?



- kun je het verschil uitleggen tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord?

Slide 24 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 


- weet je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt?

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Maandag 26 september
1.6 opdracht 23 t/m 25

Huiswerk LJ2: 
Maandag 26 september
1.6+1.7 opdracht 2 t/m 4
Toetsen LJ1: 
Geen



Toetsen LJ2: 
Geen

Slide 26 - Tekstslide