Ingezonden brief

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • 25 minuten lezen
  • Oefenen met ingezonden brief

Slide 2 - Tekstslide

Periode 3
  • Ingezonden brief
  • Toets woordenschat
  • Presentatie over twee boeken  

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Lezen
Pak je boek en lees 25 minuten in stilte.
Boek vergeten? -> zie Teams

Slide 7 - Tekstslide

Ingezonden brief
Ik kan reageren op een actualiteit of op een artikel.

-> 16 april schrijftoets

Slide 8 - Tekstslide

Wat doe je als je reageert op een artikel waar je het niet mee eens bent?

  1. Noem het standpunt waar je het niet mee eens bent.
  2. Noem de argumenten die volgens jou niet kloppen (ga er niet op in).
  3. Weerleg die argumenten: geef aan dat de argumenten onjuist zijn.
  4. OF: geef je eigen tegenovergestelde standpunt en onderbouw die met              betere argumenten
  5. Sluit de brief af met je eigen standpunt

Slide 9 - Tekstslide

Ingezonden brief
  • Je schrijft minimaal drie alinea's (meer mag natuurlijk ook): een inleiding, een middenstuk en een slot. 
  • Boven de brief maak je een korte titel.
  • Onder de brief zet je je naam en woonplaats en de datum van schrijven.

Slide 10 - Tekstslide

De inleiding

De inleiding trekt de aandacht van de lezer en introduceert het onderwerp van de brief: 
  •  Noem in de eerste zin het nieuwsfeit of het artikel waarop je reageert: de datum, de titel en – als het bekend is – de naam van de auteur
  • Vermeld de gebeurtenis of het standpunt waar je het wel of niet mee    eens bent.

Slide 11 - Tekstslide

Het middenstuk
Geef aan waarom de argumenten die niet kloppen (artikel). Citeer de zinnen waarover je iets wilt zeggen; dan kan niemand later beweren dat jij iemands woorden hebt verdraaid.

Vertel waarom je het ergens wel of niet mee eens bent of geef aan waarom iets een probleem is. Geef minimaal drie argumenten voor jouw standpunt. Gebruik voor ieder argument een alinea.




Slide 12 - Tekstslide

Het slot
Geef aan wat er volgens jou moet gebeuren of herhaal nog een keer krachtig je mening. Het slot van de ingezonden brief bevat een pakkende afsluiting. 

Sluit af met je naam en woonplaats.

Slide 13 - Tekstslide

Toon
Let op de toon van je brief. Je hebt drie mogelijkheden:
-zakelijk: je betoog maakt een degelijke indruk
-verontwaardigd: je kwaadheid tonen kan functioneel zijn
-ironisch: zo krijg je de lachers op je hand

Slide 14 - Tekstslide

Taalverzorging
  • Je schrijft de brief zonder taal- en spelfouten en gebruikt de juiste leestekens.
  • Formulering:  zorg voor variatie in het woordgebruik.
  • Pas je toon aan bij het medium en publiek dat je kiest. 
  • Gebruik signaalwoorden en verwijswoorden correct.
  • Zorg dat iedere alinea een duidelijk herkenbare kernzin heeft.
  • Je verwoordt je mening en argumenten op een persoonlijke manier. 
  • Geen aanhef en slotgroet


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
  • We lezen een artikel over de helmplicht
  • Noteer het standpunt of de gebeurtenis waar je het wel of niet mee eens bent of waar je je zorgen om maakt.
  • Noteer argumenten voor jouw standpunt.
  • Noteer wat er volgens jou zou moeten gebeuren.
  • Schrijf een ingezonden brief van 200 - 300 woorden.

      -> donderdag af en mee naar de les!


Slide 16 - Tekstslide