KT1 Hoofdstuk 6 Negatieve getallen

Hoofdstuk 6


Rekenen met negatieve getallen

KT1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6


Rekenen met negatieve getallen

KT1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert wat positieve en negatieve getallen zijn.
  • Je leert deze getallen op een getallenlijn te plaatsen.
  • Je kan rekenen met verschillende temperaturen.
  • Je kan rekenen met positieve en negatieve getallen.

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
  • een getal boven nul is een positief getal.
  • een getal onder nul is een negatief getal.
  • voor een negatief getal staat een minteken.

  • Het getal 0 is neutraal
  • Het is niet negatief en ook niet positief.


Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
Leer de tekens hiernaast uit je hoofd.

Onthoud één van onderstaande ezelsbruggetjes:
  • De punt wijst naar het kleinste (koudste) getal.
  • De krokodil hapt naar het grootste getal.

- 6  <  8          betekent -6 is kleiner dan 8.
 4  >  - 7         betekent  4 is groter dan -7

Slide 4 - Tekstslide

2 ... 4
A
<
B
>
C
=
D
^

Slide 5 - Quizvraag

-5 ... -9
A
<
B
>
C
=
D
^

Slide 6 - Quizvraag

-2,3 ... 2,2
A
<
B
>
C
=
D
^

Slide 7 - Quizvraag

§ 6.1 Optellen en aftrekken

Slide 8 - Tekstslide

Bereken het temperstuurverschil tussen thermometer 1 (-7°C)
en 3 (8°C).

Slide 9 - Open vraag

-9 + 6 =
A
15
B
3
C
-15
D
-3

Slide 10 - Quizvraag

-4 - 5 =
A
1
B
-9
C
9
D
-1

Slide 11 - Quizvraag

§ 6.1 Optellen en aftrekken




6 + -8     =    6 - 8   = -2

-7 - -3    =    -7 + 3 = -4

Slide 12 - Tekstslide

-7 + -5 =
A
-2
B
-13
C
-12
D
2

Slide 13 - Quizvraag

6 - -8 =
A
14
B
-2
C
2
D
-14

Slide 14 - Quizvraag

-5 - -10 =
A
-15
B
15
C
-5
D
5

Slide 15 - Quizvraag

12 + -9 =
A
21
B
3
C
-3
D
-21

Slide 16 - Quizvraag