BBL MZ Beroepshouding

1 / 24
volgende
Slide 1: Video
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beroepshouding
Welkom in de les!
De vraag van vandaag: 
Wat is een goede beroepshouding?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van deze les
Na deze les kun je....
  • omschrijven wat een beroepshouding is.
  • benoemen waarom een goede beroepshouding belangrijk is. 
  • uitleggen wat de beroepscode inhoudt.
  • het verband tussen beroepshouding en beroepscode uitleggen. 
  • de beroepscode toepassen aan de hand van voorbeelden


  • koppeling burgerschap


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepshouding?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Begrippenkennis
-Beroepscode: Geheel van richtlijnen waaraan begeleiders maatschappelijke zorg hun handelen kunnen toetsen
 
-Beroepshouding: bepaalde, professionele houding waarover je dient te beschikken om je werk naar behoren uit te voeren

-Beroepsprofiel: Beschrijving van een beroep met een overzicht van de kerntaken en de beroepscompetenties die bij dat beroep horen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Beroepscode


De beroespcode is een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsuitoefening belangrijk vinden. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepscode
De code is ingedeeld rond vier thema’s:
– rond beroepsuitoefening
– in relatie tot de zorgvrager
– in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners
– in relatie tot de samenleving

Meer informatie: downloaden 'Beroepscode V&V' of 'Beroepscode Sociaal werk'
https://issuu.com/nvmwstaf/docs/bpsw_brochure_beroepscode_sociaal_a

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling uitleg normen en waarden.

Belangrijke waarden zijn bijvoorbeeld: betrouwbaarheid, respect, eerlijkheid, rechtvaardigheid, niet schaden, respect voor de autonomie van de zorgvrager.

Koppeling beroepshouding en beroepscode:
betrokkenheid,
empathie,
assertiviteit,
representativiteit
integriteit.


Wat hebben jullie al meegekregen van de beroepscode?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basis wetgeving
De basis voor de beroepscode vormen verschillende wetten:
 

Grondwet;
Algemene wet gelijke behandeling (Awgb);
Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz);
Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp);
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO);
Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) /
Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

Met welke wetten heb jij te maken in je werk?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houdingsaspecten
Gevoelsmatig aspect: je houding wordt bepaald door het gevoel dat de ander bij je oproept;

Verstandelijk aspect: je houding wordt bepaald door wat je van de ander weet;
Ethisch aspect: je houding wordt bepaald door wat jij wel niet belangrijk vindt, door datgene waaraan je waarde hecht. 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 Kernkwaliteiten (grondhouding)
  • Representatief
  • Assertief
  • Betrokken
  • Empathisch
  • Reflectief
  • Integer

Slide 11 - Tekstslide

Volgens het KD zijn er 6 kernkwaliteiten die een MZ'er moet bezitten/ ontwikkelen tijdens de opleiding!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je beroepshouding is de houding waarover je in je beroep moet beschikken om je beroep goed te kunnen uitoefenen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integer zijn betekent dat je inlevingsvermogen hebt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de relatie tussen zorgvrager en zorgverlener is sprake van wederzijdse afhankelijkheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basis voor de beroepshouding vormen je eigen waarden en normen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Maak in een groepje van 4 studenten een keuze tussen 1 van deze 2 casussen:

Casus 1
Je loopt stage op een woongroep in de gehandicaptenzorg. Alain is je collega en stagebegeleider.
Het is een goede collega met verstand van zaken, alleen hij neemt het niet zo nauw met zijn persoonlijke hygiëne.
Er zijn al twee cliënten naar je toegekomen dat ze jou graag als mentor willen hebben in plaats van Alain. 
Ze vinden hem wel lief en aardig, maar ze willen niet meer met hem in gesprek op hun kamer. 
Ze geven aan dat hij stinkt.
Hoe zouden jullie dit oplossen vanuit de les van vandaag? En met welk onderdeel van beroepshouding of beroepscode heeft dit te maken?


Casus 2
Je werkt in de ouderenzorg. Er zijn een aantal collega’s langdurig ziek, waardoor je veel werkt met zzp’rs. 
Op jouw groep staat een vaste ZZP’r. Je ziet dat hij vaak tien minuten te laat komt of eerder weggaat. Daarnaast lees je in de overdracht dat hij schrijft wat hij gedaan heeft met cliënten en de vaste taken, 
maar jij hebt hem vooral zien zitten met een telefoon in zijn hand.
Bedenk een aantal oplossingen voor dit probleem? En met welk onderdeel van beroepshouding of beroepscode heeft dit te maken?




























Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delen uitkomsten casus

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vanuit deze les jouw aandachtspunt voor in je werk?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen behaald?
Na deze les kun je....
  • omschrijven wat een beroepshouding is.
  • benoemen waarom een goede beroepshouding belangrijk is. 
  • uitleggen wat de beroepscode inhoudt.
  • het verband tussen beroepshouding en beroepscode uitleggen. 
  • de beroepscode toepassen aan de hand van voorbeelden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les deel 2: Beroepsbeeld
Je hebt inmiddels een eerste kennismaking met je doelgroep achter de rug, zowel in theorie als praktijk. Daarom ga je je nu verdiepen in één van je cliënten. Hier schrijf je een casus over die je gaat presenteren
 
Wat ga je verwerken in je casus:
  • Je gaat na in welke mate er bij de cliënt sprake is van een stoornis, beperking, handicap en/of ziekte
  • Je probeert te achterhalen wat deze stoornis, beperking, handicap en/of ziekte voor je cliënt betekent
  • Je verdiept je in de stoornis, beperking, handicap en/of ziekte van de cliënt
  • Je gaat na welke disciplines/beroepsgroepen betrokken zijn bij deze cliënt en wat zij voor deze cliënt doen

Dit alles presenteer je in minimaal 5 en maximaal 15 minuten aan je lesgroep. Creatieve uitwerkingen (poster, filmpje, Canva, etc) zijn van harte wekom!
De docent plant de komende weken in de module steeds 2 tot 3 studenten die gaan presenteren in de les.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap


Pak je opdracht van vorige week erbij.
Kan je door deze les vragen aanvullen en/of bijstellen?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies