Trappen van vergelijking, Onregelmatige, Wederkerende werkwoorden, Rollenspel

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Programma van vandaag

• Trappen van vergelijking
• Onregelmatige werkwoorden
• Wederkerende werkwoorden
• Rollenspel
• De BOM 

Trappen van vergelijking

www.lessonup.com

Onregelmatige werkwoorden

Deze werkwoordvervoegingen moet je uit je hoofd leren.

Beginnen Begonnen Begonnen

Blijven Bleven Gebleven

Brengen Brachten Gebracht

Denken Dachten Gedacht

Doen Deden Gedaan

Drinken Dronken Gedronken

Eten Aten Gegeten

Gaan Gingen Gegaan

Hebben Hadden Gehad

Helpen Hielpen Geholpen

Kijken Keken Gekeken

Komen Kwamen Gekomen 

Wederkerende werkwoorden

Hij vraagt........af wanneer de les afgelopen is.

1. hem
2. me
3. zich
4. zijn

Ik verveel......... soms in het weekend.

1. mijn
2. me
3. zich
4. ons

Wij ergeren........... aan de rommel op straat.

1. ons
2. zich
3. zich
4. me

Hij heeft ...................nog nooit vergist.

1. zich
2. hem
3. zijn
4. -

Jan heeft .................. een appel gegeten.

1. -
2. zich

Anna wast...........haar haren

1. zich
2. -

Maak de oefening in tweetallen

Rollenspel 

Hoe maakte jij nieuwe vrienden toen je in Nederland kwam?

Waar kun je nieuwe vrienden vinden?

Hoe begin je een gesprek?

Over welke onderwerpen kun je praten, als je iemand nog niet goed kent?

Vind je het moeilijk om nieuwe vrienden te maken?

Groep 1

 Er is vandaag een nieuwe leerling in de klas gekomen. Het is pauze. Je gaat met een paar leerlingen naar de nieuwe leerling toe. Wat zeggen jullie? Speel de situatie.

Groep 2

Je gaat naar de film met een groep van vijf vrienden. Jij kent die vrienden nog niet zo lang, en je gaat voor de eerste keer met ze uit. Als je daar bent, merk je dat je je geld bent vergeten. Wat zeg je? Niemand heeft extra geld bij zich. Wat doen jij en je nieuwe vrienden? Speel de situatie.

Stappenplan 

1. Bedenk met elkaar wat je kunt zeggen en vragen.
2. Verdeel de rollen.                                                                 
3. Schrijf met elkaar een paar zinnen op.                     
4. Oefen jullie rollenspel.