U2 periode 3 brief schrijven ser, estar en hay voor thuis 832021

Hoy en clase
La clase anterior
La preparación para la clase de hoy
 3 werkwoorden Spaans met betekenis zijn
La preparación para la siguiente clase
La evaluación

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansWOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoy en clase
La clase anterior
La preparación para la clase de hoy
 3 werkwoorden Spaans met betekenis zijn
La preparación para la siguiente clase
La evaluación

Slide 1 - Tekstslide

lunes, 8 de marzo de 2021
Je leert na deze les de 3 soorten zijn: hay, ser en estar en je herhaalt de stof voor vandaag.

Slide 2 - Tekstslide

La clase anterior
Escribe en holandés sobre 2 actividades en la clase anterior de español

Slide 3 - Open vraag

Open je brief van je word document en maak een foto met je mobiel en stuur op via lessonup

Slide 4 - Open vraag

Welk werkwoord moet je schrijven in de zin: In mijn kamer staat een stoel.
A
hay
B
es

Slide 5 - Quizvraag

Welk werkwoord moet je schrijven in de zin: De stoel in mijn kamer is wit.
A
hay
B
es

Slide 6 - Quizvraag

Welk werkwoord moet je schrijven in de zin: in mijn kamer ligt veel kleding.
A
hay
B
es

Slide 7 - Quizvraag

Welk werkwoord moet je schrijven in de zin: Mijn kamer is erg klein.
A
hay
B
es

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin heeft een fout?
A
El lunes me despierto a las ocho.
B
En mi habitación hay una cama.
C
Tengo los ojos azules y el pelo rubio

Slide 9 - Quizvraag

Zet het werkwoord in de juiste vorm zonder NADRUK!:
1. dormir (yo)
2. acostarse (nosotros)
3. desayunar (tú)
4. ir (él)
5. ser (vosotros)
6. empezar (ellos)

Slide 10 - Open vraag

4

Slide 11 - Video

00:00
Wat is het belangrijkste verschil tussen hay en ser?

Slide 12 - Open vraag

04:04
Bekijk nu je brief nogmaals. Voeg nu in de vierde alinea nog 2 zinnen die het werkwoord estar hebben. Stuur daarna die 2 zinnen naar lessonup.

Slide 13 - Open vraag

04:04
Heb je vragen over ser/hay/estar?

Slide 14 - Woordweb

04:04
Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen hay/ser/estar

Slide 15 - Open vraag

La preparación para el 16 de marzo
  1. aprender vocabulario casa esp-hol, hol-esp (jouw aantekeningen)
  2. aprender forma de la carta
  3. aprender verbos irregulares y regulares (uitgangen en de betekenissen)
  4. aprender lista frases personales esp-hol, hol-esp
  5. aprender lista del físico esp-hol, hol-esp
  6. aprender lista la routina diaria esp-hol, hol-esp
  7. aprender vervoegingen en gebruik van ser/estar/hay

Slide 16 - Tekstslide

Ik weet wat estar betekent.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Ik weet nu het verschil tussen ser, estar en hay.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll