H11 Duurzaamheid oefenen

H11 Duurzaam oefeningen
Beste leerling, 
Oefen duurzaamheid met de volgende animatieve slides. 
Succes!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H11 Duurzaam oefeningen
Beste leerling, 
Oefen duurzaamheid met de volgende animatieve slides. 
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

T7
Producent
Consument 1ste orde 
Consument 2de orde of hoger
Consument 1ste orde
Afvaleter
Producent
Producent
Consument 2de orde of hoger

Slide 2 - Sleepvraag

Zet op de juiste plaats
T7
Producenten
Reducenten
Consumenten

Slide 3 - Sleepvraag

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1.  Windenergie is een duurzame vorm van energie opwekken. 
2. Biomassa kan zowel als duurzame als niet duurzaam bron ven energie worden gezien.
3. In Nederland wordt veel gebruik gemaakt van waterkracht centrales.
4. De meeste windmolenparken staan in het westen van Nederland.
Beoordeel de stellingen. 
T8
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 4 - Sleepvraag

T8
Sleep de onderstaande uitspraken naar het bijbehorende vakje. 
Waar
Niet waar
Uitputbare energie kan opraken
Hernieuwbare energie is voor éénmalig gebruik
Aardgas en  steenkool worden gebruikt voor hernieuwbare energie
aardolie en aardgas zijn voorbeelden van uitputbare energiebronnen
Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit planten- en dierenresten
Kernenergie en fossiele brandstoffen zijn de meest gebruikte energiebronnen op aarde

Slide 5 - Sleepvraag

T8
Welke energiebron is erg schoon in het gebruik, maar zorgt wel voor geluidshinder en horizonvervuiling? 
Welke energiebron raakt nooit op, maar levert ’s zomers wel veel meer energie dan in de winter? 
Welke energiebron kan nu nog dag en nacht energie leveren, maar zal op den duur wel opraken? 
Welke energiebron is stil en schoon, maar houdt soms in dat hele dorpen onder water worden gezet? 
windenergie
zonne-energie
fossiele brandstoffen
waterkracht

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is nou NIET een probleem met fossiele energiebronnen
T8
A
transport is vervuilend
B
Bij de winning komt veel CO2 vrij
C
Bij de verbranding komt veel CO2 vrij
D
levert veel energie per...

Slide 7 - Quizvraag

Nadelen van duurzame energiebronnen
T8
A
Nemen veel ruimte in
B
CO2 uitstoot
C
Milieuvriendelijk

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een nadeel van het gebruik van fossiele energiebronnen?
T8
A
Ze zijn moeilijk te vervoeren.
B
Ze leveren niet voldoende energie op.
C
Ze veroorzaken geen milieuvervuiling doordat ze CO2 uitstoten.
D
Door het gebruik raakt de natuurlijke voorraad op.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is duurzaamheid?
T9
A
Het is een keurmerk
B
Het zegt iets over de kosten van een product
C
Het zegt iets over de levensduur en het productieproces van een product
D
Het zegt iets over hoelang je een product kunt gebruiken.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een duurzame energiebron?
T9
A
biomassa
B
kernenergie
C
aardolie
D
aardgas

Slide 11 - Quizvraag

T9
Duurzaam
Niet 
Duurzaam

Slide 12 - Sleepvraag

Hieronder zie je zes voorbeelden van fossiele en duurzame energiebronnen. Herken jij ze? Zet ze bij het juiste rijtje
Duurzame energie
Fossiele energie
R17

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep de voordelen en nadelen naar de juiste plek.
R17
Windenergie
Zonne-energie
Aardwarmte
Biomassa
Duurzaam en schoon
Op plek van voedselgewassen
Neemt veel ruimte in
Niet altijd betrouwbaar
Bijna net zo duur als fossiele brandstof
Hoge kosten
Lawaai en horizon vervuiling
Goedkoop
Weinig in Nederland

Slide 14 - Sleepvraag

Geef aan of de bewering goed of fout is door dit naar de letter naast de zin te slepen.
a) Aardolie en aardgas zijn fossiele brandstoffen.
b) Windenergie en steenkool zijn fossiele brandstoffen. 
c) Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit dieren en planten.
d) De voorraad fossiele brandstoffen raakt nooit op.
R16
a
b
c
d
goed
goed
goed
goed
fout
fout
fout
fout

Slide 15 - Sleepvraag

In de vakjejs zie je verschillende energiebronnen. Sleep de vakjes met de fossiele brandstoffen naar het bruine vak en die met de duurzame energiebronnen naar het groene vak
R16
Zon
Steenkool
Wind
Aardgas
Aardolie
Water

Slide 16 - Sleepvraag

R10
koolstofdioxide
fotosynthese
verbranding
mineralen en fossiele brandstoffen
zuurstof
afvaleters

Slide 17 - Sleepvraag

R11
organisme dat energierijke stoffen moet eten (dieren)
organisme dat zelf energierijke stoffen kan maken (planten)
organismen dat dode kleine resten van planten en dieren afbreekt (bacteriën en schimmels)
organisme dat dode resten van dieren en planten bewerkt tot er heel kleine restjes overblijven
Consumenten
Producenten
Reducenten
Afvaleters

Slide 18 - Sleepvraag

Een                                kan zelf glucose maken, 
daarom is dit een

Een                                breekt stro af tot voedingsstoffen voor planten, daarom is dit een

Een                                eet andere organismen,
daarom is dit een 
R11
champignon
kastanjeboom
spin
consument
producent
reducent

Slide 19 - Sleepvraag