1 Je vult de datum in waarop je de handelingen gedaan hebt
2 Je schrijft op hoe laat je begonnen bent met schoonmaken: 10.00 uur.
3 Vul je naam in op de juiste plaats
4 Je vinkt aan welke ruimtes je gepoetst hebt: toiletruimte
5 Je vinkt aan welke werkzaamheden je hebt uitgevoerd: dweilen en spiegels schoongemaakt
6 Je geeft aan : 2 uur
7 Je schrijft: het schoonmaakmiddel is op (er is geen schoonmaakmiddel)
8 Je schrijft: De toiletruimte boven moet ik nog schoonmaken maar er is geen sleutel van de ruimte
9 Je vraagt: wil jij de toiletten schoonmaken?
10 Je bedankt je collega.