Aangezien Margaretha het Smeekschrift geaccepteerd had, konden de protestanten iets ontspannen. Ze mochten alleen nog geen kerkdiensten houden. In plaats daarvan kwamen er hagenpreken. Dit was buiten de stad, tussen de bosjes.In de winter was dit natuurlijk niet te doen, dus melden een aantal predikanten dat ze de kerken moesten gaan innemen. In die kerken stonden veel beelden, wat volgens de protestanten niet mocht.