Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Toets woordsoorten
Toets woordsoorten
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Basisschool
Groep 8
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Toets woordsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel lidwoorden zitten er in de zin:
De man loopt hard weg van de blaffende hond.
A
1
B
2
C
3
D
0
Slide 2 - Quizvraag
Wat is geen lidwoord?
A
de
B
het
C
een
D
en
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel lidwoorden zitten er in de zin:
Ik heb een hond die altijd hard blaft als de postbode langsfietst.
A
1
B
2
C
3
D
0
Slide 4 - Quizvraag
Ik heb het goede
boek
snel uitgelezen.
Welk woordsoort is 'boek' in deze zin?
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
lidwoord
D
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 5 - Quizvraag
Wat is
geen
zelfstandig naamwoord?
A
verdriet
B
hond
C
rommelig
D
batterij
Slide 6 - Quizvraag
Wat is
geen
zelfstandig naamwoord?
A
Anna
B
huisje
C
oplader
D
praat
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het, een
B
huis, fiets, broek
C
lopen, fietsen, praten
D
mooie, slimme, oude
Slide 8 - Quizvraag
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Welk woordsoort is het onderstreepte woord?
Sleep het naar het juiste antwoord.
Geen
bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
De
grote rode
appel
De
wollen sok
De
donkere
tunnel
Het houten
doosje
het
zachte
knuffeltje
De metalen
velgen
Een
warm
lokaal
Slide 10 - Sleepvraag
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
computeren
zilveren
mooie
meisje
de
met
dansen
tijdens
Slide 11 - Sleepvraag
zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig
naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos
lokalen
klein
Slide 12 - Sleepvraag
Welk woord is
geen
voorzetsel?
A
tijdens
B
voor
C
bij
D
straks
Slide 13 - Quizvraag
Mijn fiets staat tegen de schutting.
Wat is
fiets
in deze zin?
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
voorzetsel
D
lidwoord
Slide 14 - Quizvraag
Na schooltijd fiets ik langs de bakker.
Welk woord is hier een voorzetsel?
A
Na, langs
B
Na
C
langs
D
fiets
Slide 15 - Quizvraag
Hij loopt op straat.
Wat is hier het
werkwoord
?
A
straat
B
hij
C
loopt
D
op
Slide 16 - Quizvraag
Noem 3 verschillende voorzetsels.
Slide 17 - Open vraag
Schrijf een zin met minimaal 1 werkwoord, 1 lidwoord, 1 voorzetsel, 1 zelfstandig naamwoord en 1 bijvoeglijk naamwoord.
Slide 18 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
Februari 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Oefentoets taalverzorging mh1
Februari 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
1TL: Lessen bij grammatica woordsoorten
2 dagen geleden
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
1TL: Lessen bij grammatica woordsoorten
4 dagen geleden
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Woordsoorten (2 basis)
Juni 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Woordsoorten H4
Maart 2021
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
Woordsoorten-oefenen toets
April 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
woordsoorten
Oktober 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2