Basis 4 Future Simple+Bezit

Today: 
Grammatica uitleg:
- Toekomende tijd (future)
- Bezit
Zelfstandig werken aan de weektaak
Voorbereiding Talendorp (uitleg+oefenen)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Today: 
Grammatica uitleg:
- Toekomende tijd (future)
- Bezit
Zelfstandig werken aan de weektaak
Voorbereiding Talendorp (uitleg+oefenen)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Toekomst: will + hele werkwoord
Vul in will/won't of shall+het werkwoord tussen de haakjes.
(send)         A: Why are you buying this postcard?
                      B:  ..............we.......... it to our grandparents when we are back home?
 
(get)            A: I forgot my phone in the kitchen.
                      B: Wait! I................................... it for you.
 
(not listen)   A: I can't stand this noise!
                          B: Ok, I ........................... to the radio here. I will go to another room.













Slide 3 - Tekstslide

Vul in will/won't of shall+het werkwoord tussen de haakjes.
Check your answers:
(send)            A: Why are you buying this postcard?
                         B:  Shall we send it to our grandparents when we are back home?
 
(get)               A: I forgot my phone in the kitchen.
                         B: Wait! I will get it for you.
 
(not listen)   A: I can't stand this noise!
                          B: Ok, I won't listen to the radio here. I will go to another room.













Slide 4 - Tekstslide

Engels - bezit
Een bezit in het Engels kun je aangeven met:
                                       's  of  '  of het woordje 'of'

Wanneer gebruik je welke?

Slide 5 - Tekstslide

Engels - "Possessive" (bezit)
Wanneer gebruik je een 's?

 enkelvoud (bij een personen, dieren, tijd) - een 's:

 Mary's phone, boy's pen, the cat's tail, last week's newspaper



Slide 6 - Tekstslide

3.3 Bezit (possessive)
Een bezit in het Engels kun je aangeven met:
                       
                          's  /   / het woordje 'of '

Wanneer gebruik je welke?

Check the answer here
's en ' gebruik jij bij personen
het woordje 'of' gebruik jij bij dingen, plaatsen, landen...

Slide 7 - Tekstslide

 's / ' - bij personen

's - bij enkelvoud
                  my brother's jeans
                  this man's cap

' - bij meervoud
                   my friends' car
                   these dogs' food

  het woordje 'of ' - bij dingen

the back of the car
the city of England
the window of this room

Slide 8 - Tekstslide

Welke possessive is goed geschreven?
De honden van de jongens
A
The boys' dogs
B
The boy's dogs

Slide 9 - Quizvraag

Welke "Possessive" is GOED geschreven?
A
This is Marys' car.
B
This is Mary's car.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van:

Londen is de hoofdstad van Engeland.
A
Englands' capital is London.
B
Engelands's capital is London.
C
London is the capital of England.

Slide 11 - Quizvraag

 Zelfstandig werken ->
Maken: opdr. 7,8,9, blz. 124
Leren: Words 3.1

Klaar? Oefen Words 3.1 met  Quizlet(zie de link in Magister-> huiswerk)


timer
25:00

Slide 12 - Tekstslide