Oefentoets Paragraaf 9.4 Strijd tussen Staten-Generaal en regering

Tweede en Eerste Kamer samen.
Partijen die de regering steunen en ministers in de regering hebben.
Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebben.
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
Staten-Generaal
Coalitiepartijen
Oppositiepartijen
Coalitiekabinet
1 / 30
volgende
Slide 1: Sleepvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Tweede en Eerste Kamer samen.
Partijen die de regering steunen en ministers in de regering hebben.
Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebben.
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
Staten-Generaal
Coalitiepartijen
Oppositiepartijen
Coalitiekabinet

Slide 1 - Sleepvraag

Tweede en Eerste Kamer samen.
Partijen die de regering steunen en ministers in de regering hebben.
Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebben.
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.

Slide 2 - Sleepvraag

Staten-Generaal
Coalitiepartijen
Oppositie partijen
Coalitie

Slide 3 - Sleepvraag

Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebben.
A
Staten-Generaal
B
Coalitiepartijen
C
Oppositiepartijen
D
Coalitiekabinet

Slide 4 - Quizvraag

Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
A
Staten-Generaal
B
Coalitiepartijen
C
Oppositiepartijen
D
Coalitiekabinet

Slide 5 - Quizvraag

Tweede en Eerste Kamer samen.
A
Staten-Generaal
B
Coalitiepartijen
C
Oppositiepartijen
D
Coalitiekabinet

Slide 6 - Quizvraag

Partijen die de regering steunen en ministers in de regering hebben.
A
Staten-Generaal
B
Coalitiepartijen
C
Oppositiepartijen
D
Coalitiekabinet

Slide 7 - Quizvraag

Staten-Generaal
A
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
B
Tweede en Eerste Kamer samen.
C
Partijen die de regering steunen en ministers in de regering hebben.
D
Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebben.

Slide 8 - Quizvraag

Coalitiepartijen
A
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
B
Tweede en Eerste Kamer samen.
C
Partijen die de regering steunen en ministers in de regering hebben.
D
Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebben.

Slide 9 - Quizvraag

Oppositiepartijen
A
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
B
Tweede en Eerste Kamer samen.
C
Partijen die de regering steunen en ministers in de regering hebben.
D
Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebben.

Slide 10 - Quizvraag

Coalitie
A
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
B
Tweede en Eerste Kamer samen.
C
Partijen die de regering steunen en ministers in de regering hebben.
D
Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebben.

Slide 11 - Quizvraag

De Eerste en de Tweede kamer controleren de regering niet.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

De Tweede en de Eerste kamer houden de regering niet in de gaten.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

De Tweede en Eerste Kamer houden zich bezig met het toetsen van wetsvoorstellen
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel zetels (stoelen) telt de Tweede Kamer
A
150 zetels (stoelen)
B
100 zetels (stoelen)
C
50 zetels (stoelen)
D
25 zetels (stoelen)

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel zetels (stoelen) telt de eerste kamer?
A
150 zetels (stoelen)
B
75 zetels (stoelen)
C
200 zetels (stoelen)
D
125 zetels (stoelen)

Slide 16 - Quizvraag

De Tweede en de Eerste kamer houden zich niet bezig met het goed of afkeuren van wetsvoorstellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Als de democratie goed functioneert is er sprake van strijd tussen de regering aan de ene kant en de Tweede en Eerste kamer aan de andere kant.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

De regering controleert en de Tweede en de Eerste kamer regeren.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

De coalitie partijen steunen het kabinet.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

De coalitiepartijen moeten zich aan het regeerakkoord hebben gebonden.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

De coalitiepartijen moeten zich niet aan het regeerakkoord hebben gebonden.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

De coalitie partijen steunen het kabinet niet.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

De regering regeert en de Tweede en de Eerste kamer controleren.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

De Tweede en de Eerste kamer houden zich bezig met het goed of afkeuren van wetsvoorstellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel zetels (stoelen) telt de eerste kamer?
A
150 zetels (stoelen)
B
75 zetels (stoelen)
C
200 zetels (stoelen)
D
125 zetels (stoelen)

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel zetels (stoelen) telt de Tweede Kamer
A
150 zetels (stoelen)
B
100 zetels (stoelen)
C
50 zetels (stoelen)
D
25 zetels (stoelen)

Slide 27 - Quizvraag

De Tweede en Eerste Kamer houden zich niet bezig met het toetsen van wetsvoorstellen
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

De Tweede en de Eerste kamer houden de regering niet in de gaten.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

De Tweede en de Eerste kamer houden de regering niet in de gaten.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag