12-03

Planning MH2c
Do the pre-test of unit 3+4

Finished?
Read in your reading book
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning MH2c
Do the pre-test of unit 3+4

Finished?
Read in your reading book

Slide 1 - Tekstslide

Planning MH1b
- Read in your reading book for the first 20 minutes
- Ireland quiz

Slide 2 - Tekstslide

Planning H1j
- Introduction to Ireland (unit 5)
- Writing task

Slide 3 - Tekstslide

Planning H3A
- Check ex. 2, 5, 6 & 7 of lesson 3.4
- Book 3: presentation. Deadline: 19th of May

Slide 4 - Tekstslide

Planning H3B, lesson 1
- Watch CNN10
- Grammar: adverbs & adjectives

Slide 5 - Tekstslide

CNN10

Slide 6 - Open vraag

Adjectives = bijvoeglijk naamwoord

Gebruik:
- Zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Voorbeelden:
- Press the red button on the right.
- My mother collects silver coins.

Slide 7 - Tekstslide

Adjectives
Een bijvoeglijk naamwoord staat meestal voor het zelfstandige naamwoord waarover het iets zegt.

Uitzondering:
Na de werkwoorden to be, to look, to taste, to feel, to seem, to smell, to appear gebruik je een bijvoeglijk naamwoord en geen bijwoord.

voorbeeld: You look amazing.

Slide 8 - Tekstslide

Adverbs = bijwoord
Gebruik:
- Zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. 
- Hij kan ook vooraan in de zin als het iets over de hele zin zegt.


Slide 9 - Tekstslide

Adverbs, voorbeelden:
The band plays beautifully.

Het bijwoord staat meestal achter het werkwoord.

That car goes incredibly fast.
Bijwoord incredibly versterkt het bijvoeglijk naamwoord fast.

He runs extremely rapidly.
Bijwoord extremely zegt iets over het bijwoord rapidly.




Slide 10 - Tekstslide

Wijziging spelling
Je vormt een bijwoord door +ly aan het bijvoeglijk naamwoord toe te voegen. Zo wordt een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord.
Honest > honestly

Soms verandert de spelling:
- happy > happily. Woord eindigt op -y
- basic > basically. Woord eindigt op -ic
- horrible > horribly. Woord eindigt in -le. Dit vervang je door -ly.

Slide 11 - Tekstslide

Onregelmatige bijwoorden
Let op!

Sommige bijwoorden zijn onregelmatig en behouden dezelfde vorm als het bijvoeglijk naamwoord:

good - well                                     low - low               bad - bad
fast - fast                                        long - long

Slide 12 - Tekstslide

Do ex. 2, 5, 6 & 7 of lesson 3.4
Finished?
Study the words of lesson 3.4

This is your homework for next class!

Slide 13 - Tekstslide

Planning H3B
- Book 3: presentation
- Read in your book or work on your homework assignments.

Slide 14 - Tekstslide