pw leesvaardig 1 tot en met 4

Leesvaardigheid
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Maarten haalt in
  • Doornemen pw hoofdstuk 3 en 4
  • Kahoot over hoofdstuk 3 en 4

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Fiene haalt in
  • film Bankier van het verzet
  • Morgen 7e uur-vrij

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
  • Voorlezen
  • Pw stof eindproefwerk 
  • Quiz waarmee we korte toets h 1 tot en met 4 doornemen
  • Toets inzien
  • Zelf nieuwe theorie bestuderen en oefenen.

Slide 4 - Tekstslide

  • Lees de tekst eerst verkennend. Wat weet je over dit onderwerp?
  • Lees de tekst nauwkeurig
  • Lees vervolgens elke vraag goed door. Er zijn aparte theorievragen.
  • Als in een vraag naar een alinea of woord wordt verwezen, zoek dat op en lees de alinea of de zinnen eromheen door.
  • Hoofdgedachte: vaak in titel, eerste of laatste alinea. Soms moet je de hele tekst lezen en daarna de tekst in 1 of 2 zinnen samenvatten.
Tekst aanpakken

Slide 5 - Tekstslide

Tekstverbanden zoeken
  • Zoek eerst in een zin of tussen alinea's naar een signaalwoord. Die woorden moet je in  je hoofd hebben.
  • Daarna moet je weten welk signaalwoord bij welk tekstverband hoort.

Slide 6 - Tekstslide

Theorie hoofdstuk 1 tot en met 4 en zelf bestuderen: tekststructuren hoofdstuk 5
  • Zie Google Classroom Toetsweek Leerstof Nederlands
  • Theorie over tekststructuren in Lessonup.
  • Nu Kahoot waarin e.e.a. van pw 1 tot en met 4 is verwerkt.
  • In Classroom: Oefenen met theorie leesvaardigheid via flashcards, memory. 

Slide 7 - Tekstslide


Theorie: Ik kon gevraagde tekstverbanden (vraag 7) uit de tekst halen?

Slide 8 - Poll


Theorie: Ik kon twee kenmerken geven van een column.

Slide 9 - Poll


Inhoud: Als er een moeilijk woord in de tekst staat (vraag 6) weet ik wat ik moet doen.

Slide 10 - Poll


Inhoud: Ik weet wat er met het woord 'citeren' wordt bedoeld.
(vraag 12).

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Link


Inhoud: Ik heb vraag 15 (wat wordt bedoeld met 'bron: naar Trouw' goed beantwoord.

Slide 13 - Poll

Voor welke vragen had je theorie nodig? Pw h 1 tot en met 4
Vraag 1 tot en met 4. Vraag 7 (signaalwoorden zie hieronder), vraag 15: bron naar Trouw, vraag 16(zie onderaan).
7. Alinea 2 twee redengevende tekstverbanden. Noteer reden/gevolg.
Reden:aanpak kost veel geld/Gevolg: gemeenten komen in verzet.
Reden: banen zijn er niet, frustratie. Gevolg: Logisch dat gemeenten in verzet komen.

Slide 14 - Tekstslide

De lastigste vragen
3. Twee kenmerken column: tekstdoel is overtuigen/amuseren, staat op vaste plek in een krant en meestal op dezelfde weekdag, geschreven door altijd dezelfde schrijver.
14. Conclusie schrijver:zie alinea 7-win-winsituatie bij arbeidsduurverkortign, minder burnouts, voor de meesten weer werk etc. Antwoord B.
16. Tekstdoel tekst 2=activeren E. Advertentie voor houtkachels.

Slide 15 - Tekstslide

Exam.net- Student- examkey intypen.
Vervolgens Klik aan: Aan het examen beginnen.
Linksboven-laat examen zien. Daaronder de tekst.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Vragen??

Slide 19 - Tekstslide

Oefen met Socrative. 
www.socrative.com
roomnumber 7E39EE51

Oefen met flashcards. Zie Magister.

Slide 20 - Tekstslide