Boekjournaal: Boekopdracht bij ieder gelezen boek..

Boekjournaal: Verplichte boekopdrachten.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Boekjournaal: Verplichte boekopdrachten.

Slide 1 - Tekstslide

Voordelen van (voor)lezen 
  • lezen vermindert stress
  • vormt je persoonlijkheid 
  • het verbetert de hersenactiviteit / concentratie 
  • het maakt je een leuker mens
  • het verbetert je nachtrust
  • het vergroot je taalvermogen 

Slide 2 - Tekstslide

Verplichte boekopdracht:
Met een verplichte boekopdracht bedoelen we, dat je deze opdracht na het lezen van je boek altijd moet doen. Je zet de tekst op je website. 

Slide 3 - Tekstslide

 Verplichte opdracht voor ieder boek: 
Schrijf op: 
1. Titel boek: 
2. Schrijver boek: 
3. Uitgever boek: 
4. Jaar van uitgave boek: 
5. Genre boek: 
6. Verhaalperspectief: 
7. Personages boek: 
8. Plaats waar het verhaal afspeelt: 
9. Beoordelingswoord: 
10. Cijfer boek plus uitleg: 
11. Schrijf in een paar zinnen op waar het verhaal over gaat. 

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg: Verplichte opdracht voor ieder boek: 
Schrijf op: 
1. Titel boek: naam van het boek.

2. Schrijver boek: de naam van degene die het boek heeft geschreven.

3. Uitgever boek: de naam van het bedrijf dat het boek heeft gedrukt.

4. Jaar van uitgave boek: het jaartal waarop het boek is uitgekomen en kon worden verkocht.

5. Genre boek: Is het een hier en nu verhaal, een historische roman, een science fiction verhaal enz. (zie boekjournaal 1).
 

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg: Verplichte opdracht voor ieder boek: 
6. Verhaalperspectief: Wie vertelt het verhaal?
Is er een ik-persoon die het verhaal vertelt? Bijvoorbeeld: Ik sta daar achter het raam en denk: zo voelt het dus, kortsluiting in je hoofd. 
Deze ik persoon  beleeft het verhaal op dit moment. We noemen dit de belevende ik. 

Of de ik-persoon vertelt een verhaal dat hij heeft meegemaakt achteraf: Bijvoorbeeld: Ik stond daar achter het raam en dacht enz. 
We noemen dit de vertellende ik.

Je ziet alles door de ogen van de ik-persoon. Hierdoor leer je de ik-persoon goed kennen. 


 

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg: Verplichte opdracht voor ieder boek: 
6. Verhaalperspectief: Wie vertelt het verhaal?

De personale vertelsituatie. Je leest het verhaal door de ogen van één persoon. Deze persoon is een personage in het verhaal.  Je hebt niet het gevoel dat er een verteller aanwezig is, omdat hij en zij (ze) wordt gebruikt. 

Voorbeeld: Minou kon wel door de grond zakken. Nu stond ze helemaal voor gek; zelfs voor haar beste vriendinnen durfde ze niet te zingen. Ze zou willen dat ze aan niemand had verteld dat ze zangeres wilde worden. 
 
6. Verhaalperspectief: Wie vertelt het verhaal?

De auctoriale of alwetende vertelsituatie. Net als bij de personale vertelsituatie wordt er hij en zij gebruikt. Het is verschil is dat je van meerdere personages weet wat ze denken en voelen, omdat de verteller inzicht heeft in alle personages. De verteller kent het verleden en de toekomst. Hij weet alles van de personages. Voorbeeld: Hij wist nog niet dat, op datzelfde moment, driehonderd kilometer verderop, de koning was overvallen.

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg: Verplichte opdracht voor ieder boek: 
7. Personages boek: Je leert in een boek de personages kennen en leeft met ze mee. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg: Verplichte opdracht voor ieder boek: 
8. Plaats waar het verhaal afspeelt: In het bos, op school, in een stad enzovoort. 

9. Beoordelingswoorden 



Slide 10 - Tekstslide

Beoordelingswoorden
Wat vind je van het verhaal?
Leg deze beoordelingswoorden uit 
met voorbeelden uit de tekst. Gebruik nooit het woord 'leuk'. 

grappig
spannend
herkenbaar
eng
leerzaam
verrassend
mooi
moeilijk
makkelijk
realistisch
niet-realistisch
saai

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg: Verplichte opdracht voor ieder boek: 
10. Cijfer boek: Je geeft je boek een cijfer tussen de 1 en de 10. Maar je schrijft er wel bij waarom je dit cijfer geeft. 


11. Schrijf in een paar zinnen op waar het verhaal over gaat. 


Slide 12 - Tekstslide

(voorbeeld) Leerjaar 1: Welkom in Smartpark 
1. Titel boek: Welkom in Smartpark
2. Schrijver boek: Mirjam Mous
3. Uitgever boek: Unieboek / Het Spectrum bv
4. Jaar van uitgave boek: 2023
5. Genre boek: fictie
6. Verhaalperspectief: Het perspectief verandert steeds.
7. Personages boek: Gijs, Luus, Delano, Hailey; Ouders, Alex, Wieger
8. Plaats waar het verhaal afspeelt: Op een eiland waarop Smartpark is gevestigd.
9. Beoordelingswoord: spannend
10. Cijfer boek plus uitleg: 8
11. Schrijf in een paar zinnen op waar het verhaal over gaat:
Het boek Smartpark gaat over vier tieners die door hun ouders naar een park worden gestuurd. Het zijn Gijs, Delano, Luus en Hailey. Gijs is heel erg op zichzelf, Delano is een hacker, Luus is heel erg met haar uiterlijk bezig en Hailey houdt van challengers. Door de moeilijkheden die de tieners tegenkomen, leren ze zichzelf en elkaar beter kennen.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide