4.3 ongelijkheid binnen landen

Formele en informele sector
  • De formele sector = Het officiële deel van de economie. De activiteiten in de formele sector vind je terug in de statistieken van de overheid. Dit zijn de inkomsten uit de primaire, secundaire en tertiaire sector.
  • De informele sector of scharreleconomie = Het niet-officiële deel van de economie, ook wel scharreleconomie genoemd. De activiteiten van deze sector komen meestal niet in de statistieken van de overheid terecht. Denk herbij aan een schoenpoetser of straatverkoper.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Formele en informele sector
  • De formele sector = Het officiële deel van de economie. De activiteiten in de formele sector vind je terug in de statistieken van de overheid. Dit zijn de inkomsten uit de primaire, secundaire en tertiaire sector.
  • De informele sector of scharreleconomie = Het niet-officiële deel van de economie, ook wel scharreleconomie genoemd. De activiteiten van deze sector komen meestal niet in de statistieken van de overheid terecht. Denk herbij aan een schoenpoetser of straatverkoper.

Slide 1 - Tekstslide

par 4.3
Ongelijkheid binnen landen

Slide 2 - Tekstslide

verschillen
maakt het uit waar je wieg staat?

Slide 3 - Tekstslide


Vraag: Welke conclusie kun je hieruit trekken?

Slide 4 - Tekstslide

sociale ongelijkheid – Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen

Slide 5 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
  • De rijkdom in de Verenigde Staten is oneerlijk verdeeld. 
  • Van iedere 100 dollar in de VS krijgt 90% van de bevolking 17 dollar.
  • De rest van het geld gaat naar de rijken en superrijken.
  • Deze grote verschillen noem je sociale ongelijkheid.
  • Alleen kijken naar het BBP/hoofd heeft dus nadelen, want het zegt niets over de verschillen binnen in een land!

Slide 6 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid 
Regionale ongelijkheid= grote verschillen in ontwikkelingsgraad binnen één land.
- Grote verschillen in welvaart en welzijn.

Slide 7 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid
In 4.1 hebben we gezien dat wanneer je kijkt naar de welvaart in de wereld, je de wereld in drie gebieden kunt indelen: 
  1. Centrum (meest ontwikkeld, koplopers)
  2. Semi-periferie (redelijk ver ontwikkeld, volgers)
  3. Periferie (ontwikkelingslanden, achterblijvers)
  • Deze verdeling in arm en rijk kun je ook vaak terug vinden binnen landen.
  • Dit heet: regionale ongelijkheid.

Slide 8 - Tekstslide

Bruto Regionaal Product/hoofd (brp)



Gemiddeld inkomen van een inwoner van een regio

Slide 9 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid in Mexico
Waar staan de letters A, B en C voor?
  • A = 
  • B = 
  • C = 
Wat is het gevolg?
Mensen trekken in arme landen van arme gebieden naar de rijkere gebieden in het land. Dus van C naar A of B en van B naar A.

Slide 10 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid in Mexico
Waar staan de letters A, B en C voor?
  • A = Centrum
  • B = Semi-periferie
  • C = Periferie
Wat is het gevolg?
Mensen trekken in arme landen van arme gebieden naar de rijkere gebieden in het land. Dus van C naar A of B en van B naar A.

Slide 11 - Tekstslide

Regionale of sociale ongelijkheid? 

Slide 12 - Tekstslide

Regionale of sociale ongelijkheid? 

Slide 13 - Tekstslide

BRP China
BRP VS

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer je de ongelijkheid binnen een land zichtbaar wil maken, kun je het best gebruik maken van ...
A
de human development index
B
het BBP/hoofd
C
het BRP/hoofd

Slide 15 - Quizvraag

Wat is regionale ongelijkheid? Kies het beste antwoord.
A
Verschillen in ontwikkeling tussen gebieden / een land.
B
Ongelijkheid tussen culturen
C
Ongelijkheid binnen werelddelen
D
Ongelijkheid over de hele wereld gezien

Slide 16 - Quizvraag

2 beweringen:
1. Wanneer je in een land de regionale ongelijkheid zichtbaar wil maken op een kaart, dan moet je gebruik maken van het BRP/hoofd
2. Wanneer je de regionale ongelijkheid binnen Zuid-Amerika zichtbaar wil maken, dan gebruik je het BBP/hoofd

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

zijn er in sloppenwijken basisbehoefte
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Basisvoorziening:
  • gezondheidszorg
  • schoon drinkwater
  • onderwijs
  • onderdak 

Slide 20 - Tekstslide

Waar vind je sloppenwijken?
A
Bij Arabische steden
B
Bij elke grote stad
C
In arme landen
D
In rijke landen

Slide 21 - Quizvraag

Waar kijk je naar als je elk land in de wereld een soort rapportcijfer geeft?
A
dan kijk je naar de ontwikkelingslanden
B
dan kijk je naar de vier basisvoorzieningen
C
dan kijk je naar de ontwikkelingslanden
D
dan kijk je naar de armoede

Slide 22 - Quizvraag

Het inkomen en de basisvoorzieningen zeggen wat over:
A
Het ontwikkelingspeil
B
Het klimaat
C
Het bnp
D
Het bnp per inwoner

Slide 23 - Quizvraag

Wat wordt er uitgedrukt met regionale ongelijkheid?
A
Verschil in inkomen tussen arm en rijk.
B
Verschil in basisvoorzieningen.

Slide 24 - Quizvraag

werktijd
Lees paragraaf 4.3
timer
12:00

Slide 25 - Tekstslide