In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.3 Ongelijkheid binnen landen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen:
Leerdoelen bespreken
Video kijken
Uitleg paragraaf 3
Testvragen
Terugkomen op de leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen 4.3
Als je klaar bent met deze paragraaf dan ken je het verschil tussen ruimtelijke ongelijkheid en sociale ongelijkheid.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je met behulp van het brp gebieden indelen naar welvaart.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je uitleggen wat overheden kunnen doen om ongelijkheid te verkleinen.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan begrijp je welke nadelen het bbp/inwoner als maat van welvaart heeft.
Slide 3 - Tekstslide
Van wereldwijd naar regionaal
We hebben de afgelopen lessen gekeken naar verschillen tussen landen
Deze paragraaf gaan we kijken naar de verschillen binnen landen zelf
Binnen landen is er namelijk veel ongelijkheid
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Formele en informele sector
De formele sector = Het officiële deel van de economie. De activiteiten in de formele sector vind je terug in de statistieken van de overheid. Dit zijn de inkomsten uit de primaire, secundaire en tertiaire sector.
Deinformele sectorof scharreleconomie = Het niet-officiële deel van de economie, ook wel scharreleconomie genoemd. De activiteiten van deze sector komen meestal niet in de statistieken van de overheid terecht. Denk herbij aan een schoenpoetser of straatverkoper.
Slide 6 - Tekstslide
Kenmerken formele sector:
telt mee voor het BBP
belasting betalen
vast inkomen
wel uitkering bij ziekte
Kenmerken informele sector:
niets officieel genoteerd
geen belasting betalen
wisselende inkomsten
geen uitkering bij ziekte
Slide 7 - Tekstslide
De informele sector in beeld: Een messenslijper in Havana, de hoofdstad van Cuba (Van Dijk, 2016).
De rijkdom in de Verenigde Staten is oneerlijk verdeeld.
Van iedere 100 dollar in de VS krijgt 90% van de bevolking 17 dollar.
De rest van het geld gaat naar de rijken en superrijken..
Deze grote verschillen noem je sociale ongelijkheid.
Slide 8 - Tekstslide
Vraag: Welke conclusie kun je hieruit trekken?
Slide 9 - Tekstslide
sociale ongelijkheid – Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen
Slide 10 - Tekstslide
Sociale ongelijkheid
De rijkdom in de Verenigde Staten is oneerlijk verdeeld.
Van iedere 100 dollar in de VS krijgt 90% van de bevolking 17 dollar.
De rest van het geld gaat naar de rijken en superrijken.
Deze grote verschillen noem je sociale ongelijkheid.
Alleen kijken naar het BBP/hoofd heeft dus nadelen, want het zegt niets over de verschillen binnen in een land!
Slide 11 - Tekstslide
Regionale ongelijkheid
Regionale ongelijkheid= grote verschillen in ontwikkelingsgraad binnen één land.
- Grote verschillen in welvaart en welzijn.
Slide 12 - Tekstslide
Regionale ongelijkheid
In 4.1 hebben we gezien dat wanneer je kijkt naar de welvaart in de wereld, je de wereld in drie gebieden kunt indelen:
Centrum (meest ontwikkeld, koplopers)
Semi-periferie (redelijk ver ontwikkeld, volgers)
Periferie (ontwikkelingslanden, achterblijvers)
Deze verdeling in arm en rijk kun je ook vaak terug vinden binnen landen.
Dit heet: regionale ongelijkheid.
Slide 13 - Tekstslide
Bruto Regionaal Product/hoofd (brp)
Gemiddeld inkomen van een inwoner van een regio
Slide 14 - Tekstslide
Regionale ongelijkheid in Mexico
Waar staan de letters A, B en C voor?
A = Centrum
B = Semi-periferie
C = Periferie
Wat is het gevolg?
Mensen trekken in arme landen van arme gebieden naar de rijkere gebieden in het land. Dus van C naar A of B en van B naar A.
Slide 15 - Tekstslide
Regionale of sociale ongelijkheid?
Slide 16 - Tekstslide
Regionale of sociale ongelijkheid?
Slide 17 - Tekstslide
BRP China
BRP VS
Slide 18 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen de formele en de informele sector?
Slide 19 - Open vraag
Wat is het verschil tussen sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid?
Slide 20 - Open vraag
Vraag:
Wat is dan nu het verschil tussen regionale ongelijkheid en sociale ongelijkheid?
Antwoord:
Regionale ongelijkheid is het verschil in welvaart tussen verschillende gebieden.
Sociale ongelijkheid is het verschil in welvaart tussen verschillende groepen mensen in een gebied.
Slide 21 - Tekstslide
Hoe kunnen we een land indelen op basis van welvaart?
Slide 22 - Open vraag
Waarom moet je uitkijken met het meten van welvaart aan de hand van het BBP/hoofd?
Slide 23 - Open vraag
Welke sector zie je hiernaast?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Informele sector
Slide 24 - Quizvraag
Welke sector zie je hiernaast?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Informele sector
Slide 25 - Quizvraag
Sloppenwijken
Sloppenwijk
Favela
Shanty town
Slums
krottenwijk
Slide 26 - Tekstslide
Sloppenwijk
Een sloppenwijk of krottenwijk is een wijk waar mensen wonen die door geldgebrek of woningnood geen betere woning kunnen krijgen.
Niet door de gemeente aangelegd
Materialen van plastic, karton en golfplaten
Slide 27 - Tekstslide
Basisvoorziening:
gezondheidszorg
schoon drinkwater
onderwijs
onderdak
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Slide 30 - Video
Leerdoelen gehaald?
Als je klaar bent met deze paragraaf dan ken je het verschil tussen ruimtelijke ongelijkheid en sociale ongelijkheid.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je met behulp van het brp gebieden indelen naar welvaart.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je uitleggen wat overheden kunnen doen om ongelijkheid te verkleinen.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan begrijp je welke nadelen het bbp/inwoner als maat van welvaart heeft.
Slide 31 - Tekstslide
Wanneer je de ongelijkheid binnen een land zichtbaar wil maken, kun je het best gebruik maken van ...
A
de human development index
B
het BBP/hoofd
C
het BRP/hoofd
Slide 32 - Quizvraag
Wat is regionale ongelijkheid? Kies het beste antwoord.
A
Regionale ongelijkheid zijn verschillen in ontwikkeling tussen gebieden / een land.
B
Ongelijkheid tussen culturen
C
Ongelijkheid binnen werelddelen
D
Ongelijkheid over de hele wereld gezien
Slide 33 - Quizvraag
2 beweringen: 1. Wanneer je in een land de regionale ongelijkheid zichtbaar wil maken op een kaart, dan moet je gebruik maken van het BRP/hoofd 2. Wanneer je de regionale ongelijkheid binnen Zuid-Amerika zichtbaar wil maken, dan gebruik je het BBP/hoofd
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
2 juist
Slide 34 - Quizvraag
zijn er in sloppenwijken basisbehoefte
A
ja
B
nee
Slide 35 - Quizvraag
Wat is geen naam voor een sloppenwijk?
A
Favela
B
Slum
C
Township
D
Prisonville
Slide 36 - Quizvraag
Waar vind je sloppenwijken?
A
Bij Arabische steden
B
Bij elke grote stad
C
In arme landen
D
In rijke landen
Slide 37 - Quizvraag
Wat is een sloppenwijk?
A
Een wijk waar veel armoede heerst.
B
Wijk met huizen van slechte bouwmaterialen, zonder waterleiding, riolering of elektriciteit.
C
Een rijk gebied aan de rand van een stad.
D
Een klein dorpje buiten een stad, met minder dan 500 inwoners.
Slide 38 - Quizvraag
Waar kijk je naar als je elk land in de wereld een soort rapportcijfer geeft?
A
dan kijk je naar de ontwikkelingslanden
B
dan kijk je naar de vier basisvoorzieningen
C
dan kijk je naar de ontwikkelingslanden
D
dan kijk je naar de armoede
Slide 39 - Quizvraag
Het inkomen en de basisvoorzieningen zeggen wat over:
A
Het ontwikkelingspeil
B
Het klimaat
C
Het bnp
D
Het bnp per inwoner
Slide 40 - Quizvraag
Wat wordt er uitgedrukt met regionale ongelijkheid?