In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines
pg.3 samen sta je sterk
Tijdvak 8
burgers en stoommachines
1800-1900
Yfke, Brecht, Luna en Kim
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier vrouwen en arbeiders invloed in de politiek kregen.
Slide 2 - Tekstslide
burgers en stoommachines 1800-1900
Slide 3 - Tekstslide
Parlement
In 1850 zaten er in het parlement alleen deftige mannen, ze hoorden niet bij een partij, want die bestonden nog niet.
De Tweede Kamer in de 19e eeuw.
(perlement)
Slide 4 - Tekstslide
stemrechten
In 19e eeuw, een klein deel van de burgers met stemrecht. rijke mannen vonden politiek alleen iets voor verstandige mensen (opleiding)
censuskiesrecht =mensen die veel belasting betalen mogen stemmen.
conservatieven = aanhangers van een politieke strooming.
Slide 5 - Tekstslide
Conservatieven
aanhangers van een politieke stroming.
mensen van adel stemmen stemmen meestal op conservatieven
wilden alles zoveel mogelijk bij het oude laten.
Liberalen
noemen we ook gegoede burgerij
Rijke burgers (fabriekseigenaren, notarissen, artsen en profesoren) stemmen vaak op liberalen.
keken uit naar persoonlijke vrijheid
niet iedereen kreeg stemrecht
geloofden meer in de kracht van de mensen om zelf want van je leven te maken
.
Slide 6 - Tekstslide
Kinderwetje van houten.
rond 1900 gingen honderdduizend kinderen niet naar school maar gingen werken in fabriek, platteland of in ambachtelijke werkplaatsen. (ambachtelijke werkplaatsen= een product waarbij er 1 iemand met aandacht aan een product werkt)
1870 meer mensen zagen hoe zwaar het werk was voor de kinderen
Klassieke liberalen= vonden de lange werktijden voor arbeiders.
vrijzinnige liberalen= besteden wel aandacht aan de kinderarbeiders (sociale kwestie) en hun vonden dat dat opgelost moest worden.
1874 is er een nieuwe wet gekomen van het liberale kamerlid: Samuel Van Houten. Bekent als het kinderwetje van Houten.
Het kinderwetje van Houten = Kinderen onder 12 jaar mochten niet meer werken in fabrieken
Slide 7 - Tekstslide
nachtwakkersstraat/ verzorgingsstraat
Van de 19e eeuw tot nu is er een discussie gaan de met de vraag: mag en moet de regering in grijpen om de arme mensen te helpen.
Er waren twee mogelijkheden= nachtwakkersstaatdeed de overheid bijna niks mee en de verzorgingsstaat daar ging de overheid meer mee helpen.
Basisrechten die alle arbeiders kregen waren: verzekering tegen arbeidsongeschiktheid, recht op pensioen, recht op vrije tijd en minimumloon dit noem je de sociale wetten.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
de begrippen van deze les.
Parlement= eerste en de tweede kamer.
censuskiesrecht= dat je bij verkiezingen stem rechten hebt.
conservatieven=aanhangers van een politieke stroming.
liberalen=geloofden meer in de kracht van de mens.
klassiek liberalen= wouden vrijheid.
vrijzinnige liberalen= besteden wel aandacht aan de kinderarbijders (sociale kwestie) en hun vonden dat dat opgelost moest worden.
Het kinderwetje van Houten = Kinderen onder 12 jaar mochten niet meer werken in fabrieken