Formuleren en stijl 2.1 MR 3A en MR 3M
1 / 45
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De brandweer
A
Meervoud
B
Enkelvoud
Slide 4 - Quizvraag
De stapel (borden)
A
Meervoud
B
Enkelvoud
Slide 5 - Quizvraag
De musea
A
Meervoud
B
Enkelvoud
Slide 6 - Quizvraag
De schoolklas
A
Meervoud
B
Enkelvoud
Slide 7 - Quizvraag
De bloempotten
A
Meervoud
B
Enkelvoud
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Marit valt van haar fiets.
A
PV: valt
Ond: haar
B
PV: valt
Ond: Marit
C
PV: Marit
Ond: valt
D
PV: fiets
Ond: valt
Slide 11 - Quizvraag
Helaas mocht Berend nog niet naar huis.
A
PV: Helaas
Ond: mocht
B
PV: Huis
Ond: mocht
C
Pv: Helaas
Ond: Berend
D
PV: mocht
Ond: Berend
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de zin: Dat liedje kreeg van Letland de meeste punten.
Slide 13 - Open vraag
Wat is het onderwerp in de zin: Wat valt daar nu van te zeggen.
A
Wat
B
Valt
C
Daar
D
Te zeggen
Slide 14 - Quizvraag
Voor deelname aan de workshop wordt de bezoekers om een bijdrage van 150 euro gevraagd.
A
PV: wordt
Ond: de bezoekers
B
PV: wordt gevraagd
Ond: de bezoekers
C
PV: gevraagd
Ond: een bijdrage
D
PV: wordt
Ond: een bijdrage van 150 euro
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
In 2014 had/hadden 5 procent van de bevolking last van eczeem.
A
had
B
hadden
Slide 18 - Quizvraag
De meisjes voetbalt enthousiast.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Enkele voetballers uit dit team heeft/hebben nog nooit gescoord.
A
heeft
B
hebben
Slide 20 - Quizvraag
De mogelijke data voor het weekendje weg is in een datumprikker gezet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Een zwerm wespen zorgden voor paniek bij de kleuters.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Het aantal mensen dat schulden heeft/hebben, stijgt...
A
Heeft
B
Hebben
Slide 23 - Quizvraag
De helft van de aanwezigen verlaten de zaal voortijdig.
A
Goed
B
Fout
Slide 24 - Quizvraag
De media besteedden veel aandacht aan die affaire.
A
Goed
B
Fout
Slide 25 - Quizvraag
Dit jaar zijn het aantal veranderingen in de wetgeving wel erg groot.
A
Goed
B
Fout
Slide 26 - Quizvraag
Voor deelname aan de workshop wordt de bezoekers een bijdrage van 150 euro gevraagd
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Op schaal van 1 tot 10.. Hoe goed begrijp je deze theorie?
