Insturing baring, niet vorderende ontsluiting en niet vorderende uitdrijving

Insturing bevalling 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Insturing bevalling 

Slide 1 - Tekstslide

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- De ontsluiting
- De uitdrijving
- De nageboorte

Slide 2 - Tekstslide

Fase 1: De ontsluiting
  • De bevalling begint met weeën
  • Door de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder.
  • Dat heet ontsluiting.
  • Tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen. 
  • Vruchtwater vloeit via de vagina weg.
  • De ontsluiting: 10cm

Slide 3 - Tekstslide

Fase 2: De uitdrijving
De weeën worden steeds krachtiger. 
De spieren in de buikwand gaan zich nu ook samentrekken. 
Door de persweeën wordt het kindje naar buiten geperst. 
Dit heet uitdrijving.
De uitdrijving kan een paar seconden duren, maar ook een paar uur. 

Slide 4 - Tekstslide

Fase 3: De nageboorte
Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden. 
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.
Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje. 

Slide 5 - Tekstslide

Overname 1e naar 2e lijn
dus insturing tijdens of na de bevalling 
  • Pijnstilling                                                                 
  • Meconium ( houdend vrucht water ) 
  • Niet vorderende ontsluiting / uitdrijving
  • Weeen zwakte ( primair of secundair ) 
  • Schouderdystocie
  • Vast zittende placenta 
  • Fluxus

Slide 6 - Tekstslide

                     Niet vorderende ontsluiting ( NVO )
  
Oorzaken van het niet vorderen van de ontsluiting:
- Een volle blaas
een volle blaas kan de weeën remmen. Tijdens de bevalling is het goed mogelijk dat de barende dit niet door heeft.
- onvoldoende weeënactiviteit. De weeën zijn niet sterk genoeg, of komen niet vaak genoeg
- Het onbewust tegenhouden van de weeën
Als je vrouw angstig of gespannen is of veel pijn heeft, kan dit de weeën verzwakken. Weeën komen het beste op gang als de vrouw ontspannen is.
- het voorliggende deel (hoofdje of stuit) drukken niet goed om de ontsluitingsring (bijvoorbeeld bij niet ingedaald hoofd)
- wanverhouding tussen het hoofdje en het bekken. M.a.w. het hoofdje kan niet goed indalen en drukt niet op de baarmoedermond. Hierdoor is er geen druk die de baarmoedermond open drukt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Als er geen goede weeën zijn, kan het zijn dat wat pijnstilling voldoende is om meer rust te creëren waardoor het adrenalinegehalte afneemt en de oxytocine haar werk kan doen.

Soms is het nodig om een infuus met oxytocine te krijgen om betere weeën te krijgen. De gynaecoloog zal deze afweging maken en beslissen wat het beste is.

Als er sprake is van een wanverhouding, dan is een kunstverlossing of een keizersnede vaak de enige oplossing.

Slide 9 - Tekstslide

                     Niet vorderende uitdrijving 

- verkeerde perstechniek; begeleiding, kunstverlossing
uitputting; begeleiding, kunstverlossing
te sterk effect pijnstilling; stopzetten
hoofd te groot; keizersnede
schouderdystocie; extra druk geven op de buik, bekken verhogen , andere pershouding, schouder inwendig begeleiden
Hulpmiddelen Episiotomie of forceps !

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video