210510 Spelling H1

Welkom bij Nederlands!
Je hebt vandaag geen lesboek nodig.
Alleen je telefoon en eventueel pen en papier.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Je hebt vandaag geen lesboek nodig.
Alleen je telefoon en eventueel pen en papier.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe was jouw vakantie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Nog 7 weken tot de laatste toets van het jaar:

Deze gaat over H1 t/m 6 van Spelling en H1 t/m 6 van Woordenschat. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 Spelling

Aan het eind van deze les weet ik wanneer ik trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Een trema is:
A
Zo'n teken met twee puntjes. Vaak staat deze boven een e.
B
Zo'n streepje naar rechts. Vaak staat deze boven een e.
C
Zo'n krinkeltje onder een c.

Slide 5 - Quizvraag

Nog even over de trema: Ik gebruik deze NIET bij
A
Samenstellingen (twee woorden met een eigen betekenis, aan elkaar geplakt)
B
Afleidingen (meervouden, toevoegingen die op zichzelf geen betekenis hebben)

Slide 6 - Quizvraag

Ik gebruik een trema, omdat
A
Het mooi staat. Het oog wil ook wat.
B
Twee klinkers (a, e, i, o, u) dan apart van elkaar worden uitgesproken.
C
Het woord anders te lang is en daardoor niet duidelijk te lezen is.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe schrijf ik het volgende woord?
A
gearriveerd
B
geärriveerd

Slide 8 - Quizvraag

Hoe schrijf ik het volgende woord?
A
beeindigen
B
beëindigen

Slide 9 - Quizvraag

Een apostrof is
A
Zo'n streepje naar recht. Vaak staat deze op de e.
B
Zo'n haakje na of tussen een woord. Vaak bij meervoud of verkleinwoorden.
C
Hetzelfde als een trema.

Slide 10 - Quizvraag

Ik gebruik een apostrof bij:
Geef een voorbeeld en uitleg.

Slide 11 - Open vraag

Kies het juiste woord:
A
Pieter's jas
B
Pieters jas

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
Kangoeroes
B
Kangoeroe's

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
tv-tje
B
tv'tje
C
tvtje

Slide 14 - Quizvraag

Een accent is
A
Zo'n streepje of dakje op de e.
B
Hetzelfde als een trema.

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel accenten zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
carriere
B
carriëre
C
carrière

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
cafe
B
café
C
cafè

Slide 18 - Quizvraag

Een cedille is
A
Zo'n kringeltje onder een c.
B
Een koekje wat lijkt op een krakeling.

Slide 19 - Quizvraag

De cedille is geen Nederlands teken, vaak vind je het terug in leenwoorden. Kwestie van leren dus.
A
facade
B
façade

Slide 20 - Quizvraag

Ik denk dat ik het begrijp:
Ja!
Ik denk het wel, maar moet nog wat extra oefenen.
Nee, maar ik stel zo nog even mijn vragen.

Slide 21 - Poll

Aan de slag!
Maak opdracht 1 + 2 van H1 Spelling.

Slide 22 - Tekstslide

Wat gaan we morgen doen?
  • Hoofdstuk 1 Woordenschat

Slide 23 - Tekstslide