3.3 Wat hebben mensen echt nodig?

§3.3 Wat hebben mensen echt nodig?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§3.3 Wat hebben mensen echt nodig?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt het stelsel van sociale zekerheid schematisch weergeven en uitleggen hoe dit stelsel bijdraagt aan de verzorgings- en verzekeringsfunctie van de verzorgingsstaat.
  • Je kunt de historische achtergronden van het stelsel van sociale zekerheid beschrijven, de verschillende gehanteerde functies en uitgangspunten uitleggen en socialezekerheidsregelingen classificeren binnen de stelsels van Bismarck en Beveridge.
  • Je kunt dilemma's rond (minimale) overheidszorg herkennen en daarin een onderbouwd standpunt bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie
Lees bron 1 'Rondkomen van een minimum', Dilemma blz. 138.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij: zou de overheid uitkeringen moeten verhogen zodat gezinnen zoals dat van Appie meer geld overhouden voor boodschappen en zaken als kleding en schoenen? Beargumenteer je antwoord!

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Bijstandsuitkering"

Je kunt een bijstandsuitkering (tegenwoordig onderdeel van de participatiewet!) krijgen als je geen baan hebt, of minder dan het sociaal minimum verdient.

Dilemma: hoe hoog is het sociaal minimum? Waarom moet het niet te hoog, en niet te laag zijn?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bijstandsgerechtigde ...

  • ... moet gestimuleerd worden om te werken, maar 

  • ... moet er wel van kunnen leven en deel kunnen nemen aan de samenleving.

  • Ook moet het draagvlak voor uitkeringen blijven bestaan.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Uitkeringen met minimumbehoeftefunctie
(Beveridge)

> uitkering zorgt voor inkomen op sociaal minimumniveau

solidariteitsbeginsel (belasting of premie is hoger bij een hoger inkomen)

Uitkeringen met 
loondervingsfunctie
(Bismarck)

> uitkering compenseert voor wegvallend inkomen

equivalentiebeginsel  (betaalde premie bepaalt de hoogte van de uitkering)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale 
zekerheid
Participatiewet. Deze wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking.
WLZ = wet langdurige zorg 

WIA = wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

TW = toeslagenwet

Slide 9 - Tekstslide

Abw = algemene bijstandswet
AOW = algemene ouderdomswet
AWBZ = algemene wet bijzondere ziektekosten
WW = werkloosheidswet
Wia = de wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (vroeger WAO)

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Zorgverzekeringswet














Bron: https://www.economielokaal.nl/sociale-zekerheid-1/

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

En hoe zit het in 2025?
Gemiddelde premie voor de basisverzekering in 2024 was              € 148 per maand.  In 2025 komt er gemiddeld  11 euro per maand bij, dus is in 2025 de gemiddelde premie €159 per maand...

In totaal kost de basisverzekering in 2025 circa 1900 euro per jaar! (2019 was dit dus 1380 euro per jaar)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie betaalt voor wie?














Bron: https://www.economielokaal.nl/sociale-zekerheid-1/

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak voor de komende les opdracht 2k, 3k, 6t, 7t en 9v. 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies