H3 Centrum- en spreidingsmaten

H3 Centrum- en spreidingsmaten 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DataMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Centrum- en spreidingsmaten 

Slide 1 - Tekstslide

Gemiddelde/ Mediaan /Modus
‘Een centrummaat zegt iets over het centrum/midden van een aantal gegevens’






Spreidingsbreedte / Standaarddeviatie / Variatiecoëfficiënt
‘Een spreidingsmaat zegt iets  
over de opbouw van gegevens rond het centrum’  




Slide 2 - Tekstslide

Doel:
  • Na deze les ken je onderstaande begrippen en kun je ze uitrekenen:
  1. Rekenkundig gemiddelde
  2. Modus
  3. Mediaan
  4. Standaardafwijking
  5. Variatiecoefficient

Slide 3 - Tekstslide

Centrummaten
  • modus: de waarneming die het vaakst voorkomt
  • mediaan: het middelste getal in een rij waarnemingen die van klein naar groot staan
  • rekenkundig gemiddelde (     ) : het gemiddelde van de waarnemingen (alle waarden bij elkaar opgeteld gedeeld door het aantal waarden)

Slide 4 - Tekstslide

6 8 10 12
Wat is het gemiddelde?

Slide 5 - Open vraag

1 2 3 3 4 5 5 5 6
Wat is de modus?
A
3
B
4
C
5
D
Geen

Slide 6 - Quizvraag

1 2 3 3 4 5 5 6
Wat is de modus?
A
3
B
3 en 5
C
5
D
Geen

Slide 7 - Quizvraag

1 2 3 3 4 5 5 5 6
Wat is de mediaan?
A
3
B
4
C
5

Slide 8 - Quizvraag

1,0 2,0 3,0 3,0 4,0 5,0 5,0 5,0
Wat is de mediaan?
A
3
B
4
C
3,5
D
Die is er niet

Slide 9 - Quizvraag

Spreiding 

Slide 10 - Tekstslide

Spreidingsmaten
Spreidingsbreedte (w) = max – min
  • Slechte maat
  • Veel invloed uitschieters
Standaardafwijking/Standaarddeviatie (s) ->zie uitleg par. 3.4
  • Goede maat
  • Kunnen berekenen met Excel
Variatiecoëfficiënt (v) = standaarddeviatie/gemiddelde
                  

Slide 11 - Tekstslide

Meetwaarden: 9,00 6,00 7,00 2,00 6,00
De standaarddeviatie (s) = 2,55
Bereken a) spreidingsbreedte
b) variatiecoëfficiënt

Slide 12 - Open vraag

Variatiecoëfficient 
Nederlander = NL                                     
Italiaan = I

NL: :      = 1,76 m  s = 8,0cm
I :         = 1,58 m  s = 7,5cm

Bereken welke bevolkingsgroep het meest in lichaamslengte uiteenloopt.
NL = 4,5 %     I = 4,7 %

Slide 13 - Tekstslide

11 15 5 15 14
Wat is de mediaan?

A
11
B
14
C
5
D
geen

Slide 14 - Quizvraag

11 15 5 15 14
Wat is de modus?

A
12
B
15
C
14
D
10

Slide 15 - Quizvraag

11 15 5 15 14
Wat is het gemiddelde?

A
12
B
15
C
14
D
10

Slide 16 - Quizvraag