week 2 inschrijfuur herhaling paragraaf 3.1 en 3.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Klas 1 geschiedenis, inschrijfuur: 

HERHALING paragraaf 3.1 en 3.2

Binnen= beginnen:

• Ga rustig zitten


• Pak alvast je leerboek  en een pen.
• We gaan deze les paragraaf 3.1 en 3.2 herhalen.

Leerdoel

Herhalen leerldoelen:

• Je weet hoe in Griekenland stadstaten ontstonden.
• Je kunt de bestuursvormen monarchie, aristocratie en tirannie in bronnen herkennen.
• Je kunt verklaren waarom de Grieken contacten hadden met andere volken in het Middellandse Zeegebied.
• Je begrijpt hoe de Atheense democratie ontstond en hoe deze democratie werkte.
• Je kunt voorbeelden geven van verschillen tussen Sparta en Athene.

HERHALING leerdoel:

Je kunt de bestuursvormen monarchie, aristocratie en tirannie in bronnen herkennen:

Een Aristocratie is:

1. Een bestuur zonder een keizer of koning
2. Geloven in 1 god
3. een kleine en rijke groep mensen, die de macht heeft
4. een koning of keizer heeft de macht

Wat is een monarchie?

1. Een koning regeert
2. Het volk regeert
3. Een tiran regeert
4. Een klein groep rijken regeert

Wat is een tirannie?

1. Een regering van een kleine groep aanzienlijken
2. Een regering waarbij het volk beslist
3. Een regering door een vorst, meestal een koning
4. Een regering met een alleenheerser die de macht gegrepen heeft

Monarchie 

Koning

Erfopvolging Alleenheerser

Advies door Aristoi (besten) 

Aristocratie 

Kleine groep (van de 'besten') 

Hebben een goede afkomst 

Tirannie 

Alleenheerser 

Krijgt de macht door plegen van een staatsgreep 

Bestuursvormen	Monarchie	Aristocratie	Democratie
Macht	Koning(en)	Groepje rijke mensen	Het volk (de mannelijke burgers)
Stadstaat	Sparta	Overig	Athene
Gebied	.

Herhalen overige leerdoelen

• Je weet hoe in Griekenland stadstaten ontstonden.
• Je kunt verklaren waarom de Grieken contacten hadden met andere volken in het Middellandse Zeegebied.
  
• Je begrijpt hoe de Atheense democratie ontstond en hoe deze democratie werkte.
  
• Je kunt voorbeelden geven van verschillen tussen Sparta en Athene.

HOE? 

• Per groepje een A3 vel met een vraag. Geef per groepje antwoord op de vraag.  ( +/- 2 min per ronde).
• Daarna doordraaien per groepje. A3 vellen laat je liggen. De volgende groep vult aan. enz.