4.2 De macht van de koningen

Hoofdstuk 4: Steden en Staten 

Paragraaf 4.2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Steden en Staten 

Paragraaf 4.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Herhaling begrippen 4.1 
Uitleg paragraaf 4.2 
Maken opdracht 2 en 3 van 4.2
Nakijken 4.1 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na deze les weet je;
  • hoe de koningen hun macht wisten te vergroten
  • wat staatsvorming is
  • wat centralisatie inhoudt

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordzoeker 
Zoek zelfstandig zo veel mogelijk woorden in 6 minuten. 
timer
6:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordzoeker 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 
Stadsrechten
Door vrijheden te kopen kregen marktplaatsen/dorpen stadsrechten
Deze kregen ze van vorsten of hoge edelen
Steden mochten vanaf dat moment:
  • Hun eigen stadsbestuur vormen
  • Zelf zorgen voor hun rechtspraak
  • Een stadsmuur bouwen
  • Eigen belasting heffen 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het tijdvak 'Steden & Staten' kende een...
A
landbouwsamenleving
B
landbouw-stedelijke samenleving

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De middelen van bestaan in de stad waren?
A
Handel en nijverheid
B
Akkerbouw en veeteelt

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De koningen werden steeds machtiger en rijker. Dit had te maken met de opkomst van steden;

  • Verkochten stadsrechten
  • Door belastingen ging er veel geld naar de schatkist
Koninklijk paleis in Parijs (geschilderd rond 1412)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wilden de steden terug voor de hulp aan de koning?
A
Geld
B
Stadsrechten
C
Grond
D
Voedsel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Frankrijk: 
Koning Lodewijk IX gaf het geld uit aan;
  • Ambtenaren
Mensen in dienst van de koning die helpen bij het besturen
  • Een eigen leger

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming
De koningen maakten van hun land één staat met één bestuur

Kenmerken van een staat:
1. regeert over een groep mensen;
2. binnen een bepaald grondgebied;
3. heeft daarbij het macht over het hele leger.
4. heeft gezag dat niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming
De koningen maakten wetten voor het hele land

Deze landelijke wetten werden belangrijker dan lokale wetten

Bijvoorbeeld: De wetten die gelden voor Frankrijk zijn belangrijker dan de wetten in de stad Parijs

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centralisatie 
Om hun invloed te vergroten wilden koningen alles centraal gaan regelen;
  • Met geld van steden kon hij soldaten en ambtenaren regelen

Met hen bestuurde hij het land vanuit de hoofdstad

Dit besturen vanuit één centrale plek noemen we centralisatie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen 
Paragraaf 4.2 
Bladzijde 140
De macht op 1 plek

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na deze les weet je;
  • hoe de koningen hun macht wisten te vergroten
  • wat staatsvorming is
  • wat centralisatie inhoudt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak paragraaf 4.2 
Opdracht 2 en 3





Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgers willen inspraak

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Nakijken opdracht 2 en 3
Uitleg deel 2 paragraaf 4.2
Opdrachten maken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Franse koning Filips VI krijgt advies (1332)
Burgers willen inspraak
  • Burgers moesten belasting betalen.
  •   Daarom wilden ze ook meepraten over
  belangrijke besluiten.
  • De koning vond dit goed en gaf de burgers inspraak.


Slide 22 - Tekstslide

Inspraak = je mening mogen geven. 

Naast de adel en geestelijkheid mochten ook burgers hun inspraak geven. 
De Franse koning Filips VI krijgt advies (1332)
Burgers willen inspraak
Welke drie groepen zijn in vergadering?
Adel
Geestelijken
Burgerij
In Frankrijk heette dit de Staten-Generaal.

Slide 23 - Tekstslide

Inspraak = je mening mogen geven. 

Naast de adel en geestelijkheid mochten ook burgers hun inspraak geven. 
De hel
Jeroen Bosch schilderde de hel zoals mensen zich dat in de middeleeuwen voorstelden. De hel was een plaats waar mensen veel pijn moesten lijden. De hitte van het vuur was er ondragelijk. De angst om voor eeuwig te moeten branden was voor veel mensen een reden om goed te leven.
Jeroen Bosch
De schilder Jeroen Bosch leefde en schilderde rond 1500. Hij woonde in Den Bosch, vandaar zijn achternaam. Er is weinig over zijn leven bekend. Hij schilderde vaak monsterachtige personen en liet zien dat de belangrijke mensen in de kerk meer hielden van geld en rijkdom dan van hun geloof.

Duivels
Jeroen Bosch schilderde vaak duivelachtige wezens. Deze duivels martelden de mensen in de hel op de meest verschrikkelijke manieren. Zo waarschuwde Bosch de mensen dat ze op een christelijke manier moesten leven. Na de dood zou God beslissen of iemand naar de hel of naar de hemel ging. 
Zonden
Deze man had in zijn leven volgens Bosch veel zonden begaan, hij was een zondaar. Je was een zondaar als je niet leefde volgens de Bijbel. Men geloofde dat een zondaar in de hel terechtkwam. Daar kreeg een zondaar voor eeuwig straf. Je kreeg als mens dus maar één kans.
De machtige kerk
  • Naast de koning had de kerk veel macht.
  • Christenen geloofden in een hiernamaals.
  • Als je goed leefde kwam je in de hemel.
  • Als je slecht leefde kwam je in de hel.

Slide 24 - Tekstslide

Afbeelding bladzijde 130 Jeroen Bosch.

Afbeeldingen werden gemaakt om mensen te waarschuwen. Nu nog steeds (bijv. sigarettenverpakkingen)  

Tegen het eind van de middeleeuwen leeft er in ’s-Hertogenbosch een schilder met een bijzonder creatieve fantasie. Zijn schilderijen en tekeningen waarschuwen voor de gevolgen van de zonden en de dwaasheid van de mensen, zoals gebruikelijk in die tijd. Tegelijkertijd is de beeldtaal van Jeroen Bosch uniek en onvergetelijk.
De hel
Jeroen Bosch schilderde de hel zoals mensen zich dat in de middeleeuwen voorstelden. De hel was een plaats waar mensen veel pijn moesten lijden. De hitte van het vuur was er ondragelijk. De angst om voor eeuwig te moeten branden was voor veel mensen een reden om goed te leven.
Jeroen Bosch
De schilder Jeroen Bosch leefde en schilderde rond 1500. Hij woonde in Den Bosch, vandaar zijn achternaam. Er is weinig over zijn leven bekend. Hij schilderde vaak monsterachtige personen en liet zien dat de belangrijke mensen in de kerk meer hielden van geld en rijkdom dan van hun geloof.

Duivels
Jeroen Bosch schilderde vaak duivelachtige wezens. Deze duivels martelden de mensen in de hel op de meest verschrikkelijke manieren. Zo waarschuwde Bosch de mensen dat ze op een christelijke manier moesten leven. Na de dood zou God beslissen of iemand naar de hel of naar de hemel ging. 
Zonden
Deze man had in zijn leven volgens Bosch veel zonden begaan, hij was een zondaar. Je was een zondaar als je niet leefde volgens de Bijbel. Men geloofde dat een zondaar in de hel terechtkwam. Daar kreeg een zondaar voor eeuwig straf. Je kreeg als mens dus maar één kans.
De machtige kerk
  • Wanneer was je een goede christen?
  • 1. Bidden
  • 2. Geld geven aan de kerk
Niet-christenen werden vaak gestraft

Slide 25 - Tekstslide

Afbeelding bladzijde 130 Jeroen Bosch.

Afbeeldingen werden gemaakt om mensen te waarschuwen. Nu nog steeds (bijv. sigarettenverpakkingen)  

Tegen het eind van de middeleeuwen leeft er in ’s-Hertogenbosch een schilder met een bijzonder creatieve fantasie. Zijn schilderijen en tekeningen waarschuwen voor de gevolgen van de zonden en de dwaasheid van de mensen, zoals gebruikelijk in die tijd. Tegelijkertijd is de beeldtaal van Jeroen Bosch uniek en onvergetelijk.
De hel
Jeroen Bosch schilderde de hel zoals mensen zich dat in de middeleeuwen voorstelden. De hel was een plaats waar mensen veel pijn moesten lijden. De hitte van het vuur was er ondragelijk. De angst om voor eeuwig te moeten branden was voor veel mensen een reden om goed te leven.
Jeroen Bosch
De schilder Jeroen Bosch leefde en schilderde rond 1500. Hij woonde in Den Bosch, vandaar zijn achternaam. Er is weinig over zijn leven bekend. Hij schilderde vaak monsterachtige personen en liet zien dat de belangrijke mensen in de kerk meer hielden van geld en rijkdom dan van hun geloof.

Duivels
Jeroen Bosch schilderde vaak duivelachtige wezens. Deze duivels martelden de mensen in de hel op de meest verschrikkelijke manieren. Zo waarschuwde Bosch de mensen dat ze op een christelijke manier moesten leven. Na de dood zou God beslissen of iemand naar de hel of naar de hemel ging. 
Zonden
Deze man had in zijn leven volgens Bosch veel zonden begaan, hij was een zondaar. Je was een zondaar als je niet leefde volgens de Bijbel. Men geloofde dat een zondaar in de hel terechtkwam. Daar kreeg een zondaar voor eeuwig straf. Je kreeg als mens dus maar één kans.
Paragraaf 4.2
Maak opdracht 4 t/m 8

Bladzijde 142, 143 en 144

Slide 26 - Tekstslide

Afbeelding bladzijde 130 Jeroen Bosch.

Afbeeldingen werden gemaakt om mensen te waarschuwen. Nu nog steeds (bijv. sigarettenverpakkingen)  

Tegen het eind van de middeleeuwen leeft er in ’s-Hertogenbosch een schilder met een bijzonder creatieve fantasie. Zijn schilderijen en tekeningen waarschuwen voor de gevolgen van de zonden en de dwaasheid van de mensen, zoals gebruikelijk in die tijd. Tegelijkertijd is de beeldtaal van Jeroen Bosch uniek en onvergetelijk.